Anne Breek: “Ik vind het een uitdaging om voor ieder probleem de juiste oplossing te vinden”
Anne Breek is gespecialiseerd verpleegkundige op de Intensive Care (IC) in het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis (OLVG) te Amsterdam. Ze werkt sinds 2008 in het ziekenhuis en zette zich tussendoor nog een jaar in voor Artsen zonder Grenzen in Afrika. Breek houdt naar eigen zeggen van de hectiek op de IC en gaat grote uitdagingen niet uit de weg.
Aanvankelijk was het Breeks wens om arts te worden, maar nadat ze twee keer was uitgeloot, besloot ze de HBO-opleiding Verpleegkunde te volgen. Dat bleek een goede keus, want ze werkt nu al weer jaren met veel plezier in de verpleging.
Uitdaging
“Ik
merkte op de gewone verpleegafdeling dat ik het te saai vond; er was te weinig
actie. De IC bood mij meer uitdaging”, aldus Breek. Het was echter puur toeval
dat ze op de IC terecht kwam. Vanwege haar VWO-achtergrond kon ze een
technische module volgen die haar in contact bracht met de medisch-technische
handelingen op de IC. Zo staan er rond ieder bed wel een monitor,
beademingsmachine, medicijnpompen en in sommige gevallen ook
nierdialyse-apparatuur. Deze technische
kant van de IC-afdeling sprak Breek erg aan. Het allerleukste aan haar werk
vindt ze de uitdaging om voor ieder probleem de juiste oplossing te vinden. “Dat
kan iets heel kleins zijn, bijvoorbeeld een verstopte arterielijn weer door
laten lopen of een grote buikwond zo goed mogelijk verbinden. Ik vind het erg
leuk om daar de juiste aanpak voor te bedenken.”
Gezonde stress
Ook
vindt ze de hoge werkdruk op de IC fijn. Breek: “Ik hoop altijd op een beetje
gezonde stress. Aan het begin van elke dienst bedenk ik hoe ik het die dag zo
werkbaar mogelijk maak, zodat ik de patiënt de beste zorg geef, maar mezelf
niet kapot werk.” Het draait allemaal om een goede voorbereiding. Breek zorgt
er dan ook altijd voor dat ze alles alvast bij de hand heeft voor het geval dat
een patiënt ineens instort. “Verder probeer ik zo goed mogelijk op de hoogte te
zijn van de achtergrond van elke patiënt, welke medicijnen hij slikt en hoe bijvoorbeeld
zijn beademingsapparatuur is ingesteld.” Als ze kijkt naar wat haar heeft
gevormd tot de verpleegkundige die zij nu is, denkt ze dat dat vooral de “angstige
en hectische” gebeurtenissen op de IC zijn. “Mijn nuchtere karakter helpt mij om
juist in die stressvolle situaties heel rustig te handelen. Het zat natuurlijk
al in de aard van het beestje, maar het wordt nu nog eens versterkt door het
werk.”
Memorabele zorgmomenten
Terugkijkend
naar de afgelopen jaren zijn Breek meerdere zorgmomenten bijgebleven. Zo kwam een
paar jaar geleden een jonge Ierse man op de IC die na een drugsintoxicatie in
de gracht terecht was gekomen. Na de reanimatie werd hij niet meer wakker. “Zijn
vrouw kwam samen met familie en vrienden over uit Ierland. De arts moest haar
uitleggen dat haar man hersendood was en ik zat bij dat gesprek om eventuele
vragen te beantwoorden. Dat is behoorlijk confronterend en verdrietig. En ja,
dan huil je soms weleens mee.” Wat ze ook niet snel zal vergeten is een patiënt
met pancreascarcinoom die een risicovolle Whipple-operatie kreeg. (Hierbij
wordt de tumor uit de pancreas verwijderd –
red.) De echtgenote
van de patiënt, zelf ook IC-verpleegkundige, week geen moment van zijn zijde.
Breek: “Uiteindelijk hebben we haar man niet kunnen redden, omdat hij maar
bleef bloeden. Hij zei zelf toen ook al dat het op deze manier niet langer ging.
Zijn vrouw bleef ondanks alles heel nuchter. Ze heeft zijn keuze volledig
geaccepteerd. Normaal zie je ik weleens het tegenovergestelde.”
Meer mens
Voor Breek
is zorg datgene doen voor een patiënt, waarvan je op dat moment denkt dat dat
het beste is. Hierbij kijkt ze niet alleen naar de medische kant. Breek: “Een
patiënt, die weer stabiel is en naar de verpleegafdeling kan, wil ik extra goed
verzorgen die dag, bijvoorbeeld door hem te douchen en te scheren, zodat hij zich
weer mens voelt. De meeste patiënten op de IC hebben allerlei toeters en bellen
aan hun lichaam, zijn gesedeerd en doodziek. Als verpleegkundige heb je dan andere
prioriteiten dan je druk maken om hun uiterlijke verzorging. Zodra ze zich
beter beginnen te voelen, zie je ook de mens achter de patiënt."