Het officiële MedZine Blog

Achtergrond bij het medisch nieuws

Aspirine is een goed antitromboticum na knieoperatie

Aspirine is een goed antitromboticum na knieoperatie

Na knieoperaties kunnen verschillende middelen ingezet worden ter preventie van trombose. Tegenwoordig wordt geregeld gekozen voor laagmoleculaire heparinepreparaten (LMWH) of een van de Direct werkende Orale Anticoagulantia (DOAC) als trombocytenaggregatieremmer van voorkeur. Het was echter niet geheel duidelijk of deze middelen nu echt krachtiger en effectiever postoperatieve trombose voorkomen dan bijvoorbeeld aspirine. In JAMA Surgery verscheen deze week een publicatie die pleit voor aspirine als voorkeursmiddel na knieoperaties.

Er is ruim discussie geweest over hoe toereikend aspirine als monotherapie is in het verminderen van het risico op postoperatieve veneuze tromboembolie (VTE). Om hier duidelijkheid in te scheppen, verrichtten Hood en collega’s een retrospectieve noninferiority studie van een cohort van patiënten in 29 ziekenhuizen in de VS die een total knee arthroplasty (TKA) hadden ondergaan. Er werden 41.537 patiënten geïncludeerd die tussen 1 april 2013 en 31 oktober 2015 een primaire TKA hadden ondergaan. Hun dossiers werden gedurende 90 dagen na de operatie gemonitord voor het optreden van trombotische events.

Ruim 1,5% van de patiënten (n=668) had geen enkele vorm van tromboseprofylaxe ontvangen, noch aspirine noch andere anticoagulantia. Ruim 30% (n=12.831) had alleen aspirine gebruikt, meer dan de helft van de patiënten (n= 22.620) kreeg alleen anticoagulantia (LMWH, warfarine of Xa-remmers), en 13% (n=5418) kreeg zowel anticoagulantia als aspirine. Hiernaast droegen bijna alle patiënten tijdelijk compressiekousen als aanvullende profylaxe. De gemiddelde leeftijd van de onderzoekspopulatie was 65,8 jaar en 36% was van het mannelijk geslacht.

De primaire uitkomstparameter was het eerste optreden van een VTE of overlijden, en de noninferiority grens werd gesteld op 0,3. De secundaire uitkomstparameter was het optreden van bloedingen.

Bij 573 van de 41.537 patiënten (1,4%) zonder profylaxe werd een VTE waargenomen. Bij patiënten op alleen aspirine werd bij 1,2% (149 van de 12.831) een VTE gezien, bij patiënten met alleen anticoagulantia bedroeg dit 1,4% (321 van de 22620), en bij patiënten met zowel aspirine als anticoagulantie bedroeg dit 1,3% (71 van de 5418). Gebruik van alleen aspirine was noninferieur voor de composiet uitkomst VTE vergeleken met de andere geneesmiddelgroepen (OR 0,85; 95%BI 0,68-1,07; p=0,007).

Bloedingen werden gezien in 1,1% van de groep zonder profylaxe, 0,9% van de groep met alleen aspirine, 1,1% van de groep met alleen anticoagulantia, en in 1,4% van de groep met aspirine en antocoagulantia. Aspirine als monobehandeling was ook noninferieur bevonden voor bloedingen (OR 0,80; 95%BI 0,63-1,00; p<0,001).

De onderzoekers concluderen dat bij deze groep patiënten die een knieoperatie ondergingen, aspirine niet inferieur was aan andere anticoagulantia, zowel niet wat betreft het voorkomen van VTE als van overlijden. Dit kan betekenen dat aspirine als monoprofylaxe een gelijkwaardige bescherming geeft tegen postoperatieve VTE als de andere groepen anticoagulantia, waarvan voorheen gedacht werd dat deze krachtiger dan wel effectiever zouden zijn. Deze studie laat zien dat aspirine niet beter is dan andere middelen, maar mogelijk heeft aspirine wel voordelen in de klinische praktijk: het is eenvoudig toe te dienen en is goedkoop.

Door: Judith Cohen

Bron: Hood BR et al. Association of Aspirin with Prevention of Venous Thromboembolism in Patients After Total Knee Arthroplasty Compared With Other Anticoagulants. JAMA Surgery 2018; Oct 17. Epub Ahead of Print

Link naar artikel

Lees hier meer testimonials van HCP-ers en adverteerders

Volg ons