Het officiële MedZine Blog

Achtergrond bij het medisch nieuws

De Rooij: “Wij verlenen specialistische zorg aan mensen thuis of op straat”

De Rooij: “Wij verlenen specialistische zorg aan mensen thuis of op straat”

Op het luchthaventerrein van Rotterdam The Hague Airport stijgen en landen niet alleen lijn-  en privé vliegtuigen. Ook de traumahelikopter van het Erasmus Medisch Centrum vertrekt enkele keren per dag van deze basis. Lifeliner 2 staat hier dag en nacht klaar om het mobiel medisch team zo snel mogelijk naar een ongeval te brengen. MedZine bezocht traumachirurg Philippe de Rooij.  “Als het kan, beginnen we onze specialistische behandeling op straat.”



24-uurs dienst
We ontmoeten De Rooij halverwege zijn dienst, om negen uur ’s ochtends. Hij heeft er dan al een onrustige nacht met twee oproepen opzitten. Zijn dienst eindigt pas ’s avonds. “Twee keer per maand draai ik een 24-uurs dienst. Daarnaast heb ik ook nog één keer per maand een dienst van 12 uur.” De rest van zijn tijd is De Rooij traumachirurg in het Erasmus MC. “Dat zorgt voor een fijne afwisseling.”

Extra bekwaamd
De Rooij is al bijna vier jaar lid van het mobiel medisch team (MMT) van Rotterdam, na anderhalf jaar vliegervaring in Amsterdam. Hij is één van de tien artsen die verbonden zijn aan het MMT van Lifeliner 2. “Elke arts is gespecialiseerd in anesthesiologie of traumachirurgie. In ons team zitten nu twee traumachirurgen en acht anesthesiologen. Alle specialisten hebben zich extra bekwaamd in het andere specialisme. Zo kan de anesthesist in geval van nood iemands borstholte openen om te reanimeren en kan de traumachirurg mensen onder narcose brengen en de vitale functies stabiel houden.”

De chirurg werkt nauw samen met een piloot en verpleegkundige. De piloot zit rechts voorin en is verantwoordelijk voor het vervoer van de arts en de verpleegkundige per helikopter. Hij heeft qua medische training niet veel ervaring, maar wel veel vliegervaring. Veel van de piloten in het Rotterdamse team hebben lang gevlogen bij Defensie. Naast de piloot zit de verpleegkundige, ofwel HEMS crew member (Helicopter Emergency Medical Services). “Zij hebben de drukste baan van ons drie”, vertelt De Rooij. “Zij staan mij medisch bij én helpen de piloot met navigeren en communiceren met de verkeerstoren en is als het ware de copiloot tijdens de gehele procedure.”

Naar de patiënt toe
Dag en nacht, zeven dagen per week, staat er een MMT klaar om met de helikopter naar een trauma of ernstig zieke te vliegen. Wat De Rooij meteen duidelijk maakt is hun toegevoegde waarde ten opzichte van de ambulance. “Wat vaak verkeerd wordt begrepen, is dat wij geen vervanging zijn van de ambulance. Wij vervoeren namelijk bijna nooit de patiënt naar het ziekenhuis. Wij vullen de zorg aan door als medisch specialist de patiënt te behandelen, nog voordat deze het ziekenhuis bereikt heeft. Nadat we ter plaatse de patiënt gestabiliseerd hebben, wordt deze in ambulance vervoerd naar het ziekenhuis. Ik ga dan mee om de patiënt stabiel te houden en eventueel in te grijpen bij achteruitgang. Vervoeren met de heli kan wel, maar is minder gebruikelijk omdat de ruimte klein is en ingrijpen dan erg lastig kan zijn.”

Toch zijn er gevallen waarbij de patiënt wel met de helikopter vervoerd wordt. “Als een patiënt in het zuiden van Zeeland met zijn wielrennersfiets valt en hij met ernstig hersenletsel zo snel mogelijk naar het Erasmus MC moet, dan kan het voordelig zijn om hem na intubatie en stabilisatie wel met de heli mee te nemen. Wij zijn dan natuurlijk veel sneller dan een ambulance”, aldus de chirurg.

Dat de helikopter voornamelijk bedoeld is om de specialistische zorg naar de patiënt te brengen, is duidelijk te zien door de hoeveelheid medische apparatuur waarmee hij is uitgerust. De heli is zo uitgebreid voorzien dat hij door kan gaan voor een kleine intensive care kamer. De Rooij: “Wij vervoeren onder andere materialen voor stabilisatie volgens het ABCDE-protocol, waaronder bijvoorbeeld voor het uitvoeren van een thoracotomie. Met een monitor kunnen we tijdens transport de vitale functies van een patiënt in de gaten houden. Wij kunnen een patiënt volledig onder narcose brengen en houden en eenvoudige maar levensreddende chirurgische ingrepen uitvoeren. Ik heb het gelukkig nog niet hoeven doen, maar als het moet, zouden we iemands been ter plaatse kunnen amputeren, in geval van een ernstige beknelling in combinatie met een levensbedreigende bloeding.”

Snelheid is bepalend

Ook al neemt de helikopter de patiënt niet altijd mee, toch is snelheid door de kritieke en vaak neurologisch slechte toestand van de patiënten bepalend. De afspraak is dan ook gemaakt om vanaf het moment van de melding binnen twee minuten in de heli te zitten en weg te vliegen. De Rooij : “Dat betekent dat we altijd paraat moeten staan. We hebben altijd ons vlieguniform aan, onze helm in de buurt en ik heb medicatie opgetrokken. De heli staat 24/7 ‘hot’. Hij is zodanig ingeschakeld, dat we elk moment met hem kunnen vliegen en alle checklists zijn uitgevoerd. Zodra de melding binnen komt, zet de piloot de motoren aan en dan is het wegwezen. We werken in een straal van 100 km hemelsbreed en vliegen 260 km per uur. We hebben geen last van files en kunnen vaak in een rechte lijn vliegen.”  

Op basis van een aantal primaire criteria, zoals een ernstig (verkeers)ongeval met meerdere slachtoffers, kinderreanimatie, val van een hoogte van meer dan vijf meter en schiet- of steekverwondingen, besluit de meldkamer dat er een helikopter nodig is. Ook kan het ambulancepersoneel verzoeken dat er een heli ter plaatste komt. In dit geval spreek je van een secundaire inzet.

Meer dan 5.000 keer
In Rotterdam ervaart De Rooij gemiddeld zes inzetten op een dag. Op een rustige dag kunnen het er slechts twee zijn, op een drukke dag wel vijftien. Lifeliner 2 is met 1.700 vluchten in 2013 de meeste ingezette helikopter. Naast Lifeliner 2 in Rotterdam telt ons land nog drie traumahelikopters. Deze staan op het dak van het VU Medisch Centrum in Amsterdam (Lifeliner 1), op de vliegbasis Volkel vlakbij Nijmegen (Lifeliner 3) en op het dak van het Universitair Medisch Centrum Groningen (Lifeliner 4). Jaarlijks verzorgen de vier helikopters bijna 6.000 inzetten. Elke heli vliegt in zijn eigen regio, maar ze nemen de gebieden van elkaar over wanneer dat nodig is.

15 procent van de oproepen vindt ’s nachts plaats. Pas sinds 2009 is het MMT ’s nachts inzetbaar en sinds 2011 wordt ook de heli in de nachturen ingezet. Maar niet bij elke nachtelijke inzet vliegt de heli uit. De Rooij: “In de regio Rotterdam en Den Haag nemen we ’s nachts de auto. Na zonsondergang mogen we niet landen in aaneengesloten bebouwing, in verband met veiligheid en het geluid. Als we met de heli zouden gaan, zouden we dus buiten de stad moeten landen en met de politie naar de plek van het ongeval moeten gaan. Dan is het meestal sneller met onze eigen auto in het genoemde gebied.” De auto is net als de helikopter volledig voorzien van alle medische apparatuur en medicatie die nodig is voor de eerste hulp. Ook de auto staat 24/7 klaar voor vertrek.  

Exposure
Vier traumahelikopters zijn volgens De Rooij voldoende voor ons land. “Met deze vier helikopters kunnen we de zorg goed waarborgen. Het risico bij het inzetten van meer MMT’s is verlies aan exposure. Want waarom zijn wij zo goed in dit werk? Omdat we dagelijks veel instabiele en acute slachtoffers zien en behandelen. Onze ervaring met deze patiënten is dus groot. Wij handelen volgens een bepaalde routine, ook in zeer acute situaties. Als je deze situaties minder meemaakt als er meerdere MMT’s zouden zijn, dan kan het verlies aan exposure ten koste gaan van de kwaliteit van ons handelen.”

De sfeer op de basis is luchtig en ontspannen, ondanks de continue alertheid. “Elk moment van de dag zijn wij oproepbaar”, vertelt de traumachirurg. “Het zou goed kunnen dat ik over twee minuten al in de lucht zit op weg naar een trauma.” Maar de adrenaline die daarmee gepaard gaat, is bij De Rooij zo goed als verdwenen. “In het begin ging ik zo snel mogelijk naar de wc, bang dat we juist op dat moment opgeroepen zouden worden. Maar nu is die spanning bij mij helemaal verdwenen. Wij moeten ook gewoon naar de wc kunnen”, lacht De Rooij.

Van begin tot eind
De combinatie van traumachirurg in het Erasmus MC en arts in het MMT levert De Rooij veel op. “Door dit MMT-werk ben ik breder opgeleid en inzetbaar dan een gemiddelde andere traumachirurg. Ik kan bijvoorbeeld ook inspelen op verstikkingen, een longembolie of het ernstig zieke kind. Ik merk dat ik vrij makkelijk acute hulp kan verlenen en met simpele middelen kan inschatten wat ik moet doen.”

De koppeling van de twee banen is niet alleen nuttig, soms levert het heel bijzondere situaties op. De Rooij: “Enkele maanden geleden werden we ingezet om een vrouw te stabiliseren die tegen een boom was gereden en daarna in de sloot was beland. Ze had een klaplong en veel breuken in haar bovenbenen, onderbenen en armen. Ook had ze ernstig hersenletsel opgelopen. Ik heb haar in de ambulance onder narcose gebracht, gestabiliseerd en naar het ziekenhuis begeleid. Het dienstdoende traumateam heeft haar toen in eerste instantie gestabiliseerd, maar ze was nog te instabiel voor definitieve behandeling van haar fracturen. Enkele dagen later heb ik haar fracturen geopereerd. Nu komt ze nog steeds bij mij ter controle op de polikliniek. Nog één operatie en ze is klaar met de behandeling. Ik heb haar uit de sloot gehaald en haar hele verdere behandeling begeleid tot een volledige revalidatie. Van het begin tot het einde. Dit maakt mijn vak geweldig en uniek. En het bijkomende feit dat je dit werk vliegend in een helikopter kan doen is natuurlijk ook fantastisch.”

MedZine neemt met regelmaat een kijkje in de keuken bij een specialist en vraagt hem naar zijn visie op de zorg in zijn vakgebied.

Lees hier meer testimonials van HCP-ers en adverteerders

Volg ons