Decennia aan onderzoek samengevat: hersenen man en vrouw verschillen nauwelijks
Eerdere
hersenonderzoeken toonden altijd wel bepaalde specifieke man-vrouw-verschillen
aan. Een grote studie laat nu echter zien dat de gevonden verschillen vaak niet
reproduceerbaar zijn. De belangrijkste conclusie die wordt getrokken in deze
studie is dat grootte het enige duidelijke verschil is tussen mannelijke en vrouwelijke
hersenen.
Met de explosieve
toename van beeldvormend onderzoek zijn verschillen tussen mannelijke en
vrouwelijke hersenen over de jaren heen uitputtend geanalyseerd en gepubliceerd.
Om na te gaan of sekse- en gender (‘s/g’) verschillen daadwerkelijk bestaan, zijn
MRI- en postmortale gegevens van honderden studies samengevoegd. De resultaten
hiervan zijn gepubliceerd in Neuroscience en Biobehavioral Reviews.
Methode
De
onderzoekers voerden een meta-analyse uit van drie decennia onderzoek waarbij
honderden van de grootste en meest geciteerde hersenbeeldvormingsstudies, die dertien
verschillende metingen van vermeend s/g verschil aanpakten, werden samengevoegd.
De zoektocht naar seksueel dimorfisme in het menselijk brein is namelijk gebaseerd
op de veronderstelling dat specifieke structuren of circuits onevenredig
verschillen tussen mannen en vrouwen op manieren die bekende gedragsverschillen
verklaren, zoals empathie, ruimtelijke navigatie en genderidentiteit zelf. Hierbij
kan bijvoorbeeld gedacht worden aan een s/g verschil tussen volume en dikte van
specifieke regio’s in de hersenschors.
Functionele MRI (fMRI) werd ook meegenomen om te beoordelen of reproduceerbare
activeringsverschillen tussen mannen en vrouwen konden worden gevonden in
verbale, ruimtelijke of emotieverwerking.
Resultaten
Met betrekking
tot metingen van vermeend s/g verschil worden bijna geen, op grote schaal reproduceerbare,
verschillen gevonden. Analyse van het volume of de dikte van specifieke regio's
in de hersenschors toont aan dat de geïdentificeerde regio’s juist enorm
verschillen tussen al de verschillende studies. Man-vrouw hersenverschillen
worden ook slecht gerepliceerd tussen verschillende populaties, zoals Chinees
versus Amerikaans, wat betekent dat er geen universele marker is die de
hersenen van mannen en vrouwen onderscheidt. Rekening houdend met individuele
verschillen in hersengrootte is er maar één enkel klinisch significant en reproduceerbaar
verschil; de grootte. Na correctie zijn de hersenen van vrouwen ongeveer 11% kleiner
dan die van mannen. Dit zorgt voor grootte-afhankelijke reproduceerbare
bevindingen. Maar wanneer structurele en lateralisatieverschillen onafhankelijk
van grootte aanwezig zijn, verklaart s/g maar ongeveer 1% van de totale
variantie. Verschillen die vaak werden gerelateerd aan s/g moeten accuraat
gezien worden toegeschreven aan hersengrootte, waarbij ze grote mannen (of
vrouwen) hoofden evengoed onderscheiden van kleine hoofden als dat ze de
gemiddelde man van de gemiddelde vrouw onderscheiden.
Ook de op taken gebaseerde fMRI is er niet in geslaagd reproduceerbare
activeringsverschillen tussen mannen- en vrouwenhersenen te vinden voor
verbale, ruimtelijke of emotieverwerking. Dit komt overeen met de conclusies
van een eerdere publicatie van Stanford University, waarbij gekeken was naar tien
jaar aan gepubliceerde fMRI-studies van het menselijk brein en s/g verschillen.
De onderzoekers gaven daarin als mogelijke verklaring de overpublicatie van
vals-positieve en onderpublicatie van gelijkenissen.
Conclusie
Over het
algemeen lijken hersenverschillen tussen mannen en vrouwen triviaal en populatie
specifiek. Het menselijk brein is niet 'seksueel dimorf'. Integendeel, er ontstaat nu geen beeld van twee
hersentypen en ook niet van een continue gradiënt van mannelijk naar
vrouwelijk, maar van een multidimensionaal "mozaïek" van talloze
hersenkenmerken die verschillen in unieke patronen tussen alle individuen. In
die zin zijn de hersenen van mannen en vrouwen monomorf, zoals de nieren, het
hart en de longen, die met groot succes tussen vrouwen en mannen kunnen worden getransplanteerd.
Eerdere gepubliceerde s/g hersenverschillen zijn mogelijk het gevolg van
een publicatie bias, waarbij analyses die een positief verschil vinden beter te
publiceren zijn dan analyses die geen significant verschil hebben gevonden. Dit reflecteert misschien de
hogere waardering van het publiek voor significante bevindingen in man- vrouwverschillen.
Geschreven door:
Aurora
van de Loo
Referenties:
1. Persbericht EurekaAlert van 25 maart 2021. Massive study reveals few differences between men and
women’s brains. Verkregen via https://www.eurekalert.org/pub_releases/2021-03/rfuo-msr032521.php, op [26-03-2021]
2. Eliot L, Ahmed A,
Khan H, Patel J. Dump the “dimorphism”: Comprehensive synthesis of human brain
studies reveals few male-female differences beyond size. Neurosci Biobehav Rev 2021;
https://doi.org/10.1016/j.neubiorev.2021.02.026
3. David SP, Naudet F,
Laude J, Radua J, Fusar-Poli P, Chu I, et al. Potential Reporting Bias in
Neuroimaging Studies of Sex Differences. Sci Rep 2018; https://doi.org/10.1038/s41598-018-23976-1