Het officiële MedZine Blog

Achtergrond bij het medisch nieuws

Een geslaagde carpale tunnel operatie en toch napijn: het ‘pillar pain’ syndroom

Een geslaagde carpale tunnel operatie en toch napijn: het ‘pillar pain’ syndroom

In de bijdragen van de werkgroep pijn van de Nederlandse Vereniging voor Neurologie worden regelmatig bijzondere pijnsyndromen besproken. In deze bijdrage wil ik aandacht vestigen op ‘pillar pain’ (letterlijk: pijler pijn), een relatief onbekend hand-pijnsyndroom, welke ontstaat na chirurgische behandeling van het carpale tunnelsyndroom. Pillar pain wordt slechts vermeld in 68 referenties van de medische database PubMed, terwijl “carpal tunnel syndrome” in bijna 6000 referenties voorkomt. Een rondvraag bij een aantal neurologen bevestigde mijn vermoeden dat pillar pain een relatief onbekende term is.

De anatomie van de carpale tunnel

Voor het begrijpen van de mogelijke ontstaanswijze van pillar pain is anatomische kennis noodzakelijk. Het carpale tunnelsyndroom ontstaat door een beknelling van de middenhandszenuw (de nervus medianus) in de overgang van de pols naar de hand (de carpale tunnel). De bodem en de wanden van de carpale tunnel worden gevormd door de middenhandsbeentjes (de carpalia). Het dak van de tunnel bestaat uit een bindweefselbandje (het ligamentum carpi transversum). Dit ligament houdt de tunnel bij elkaar in een ovale vorm.

CTS operatie

Operatie is één van de behandelingen van het carpale tunnelsyndroom. Tijdens deze poliklinische ingreep met een operatieduur van ongeveer 15 minuten, wordt het ligamentum carpi transversum gekliefd. Na de operatie zijn de kenmerkende tintelingen vaak snel verdwenen. Er ontstaat altijd een litteken en dit kan vanzelfsprekend pijn doen. Een deel van de patiënten ontwikkelt ook pijnklachten naast het litteken ter hoogte van de duim- en pinkmuis. Deze bijzondere pijn wordt pillar pain genoemd.

Nog steeds pijn na de CTS operatie

De oorzaak van pillar pain is onbekend. De meest gangbare hypothese over het ontstaan van deze aandoening houdt verband met de veranderde anatomie, als gevolg van de operatie. Door het klieven van het ligamentum wordt de tunnel 10-20% weliswaar wijder, maar hierdoor ontstaat een grotere druk op de gewrichten van de omringende middenhandsbeentjes. Een andere hypothese voor het ontstaan van pillar pain is zwelling (oedeem) rondom het gekliefde ligament. Ook rek op het litteken door het ‘openbuigen’ van de carpale tunnel is een andere mogelijke oorzaak van de pijn.

Pillar pain

Hoe vaak komt pillar pain voor? Volgens diverse patiënten folders komt pillar pain voor bij 5 % van de patiënten. Wellicht is dit een onderschatting. Wetenschappelijk onderzoek naar de aanwezigheid van pillar pain laat namelijk andere getallen zien; er zijn studies waarbij 36 tot 48 (!) % van de patiënten pillar pain ervaart. Vanwaar deze grote verschillen? Waarschijnlijk zal een groot deel van de patiënten postoperatieve pijn accepteren en er daarom geen melding van maken. Ook het actief vragen naar een pijnklacht zal misschien leiden tot een groter percentage patiënten met (gerapporteerde) pijn. Gelukkig neemt deze pijn af in de loop van een aantal maanden na de operatie en na een jaar later is bij het overgrote deel van de patiënten de pillar pain verdwenen.

Het klieven van het ligamentum carpi transversum gebeurt blijkbaar met een ‘tweesnijdend zwaard’: de hinderlijke tintelingen in de hand verdwijnen meestal snel, echter een deel van de patiënten zal de eerste maanden na de operatie pillar pain moeten ervaren. De gedachte “dat we goed zonder dat bindweefselbandje kunnen” behoeft dus enige nuancering.

Door Evert Kaal

Evert Kaal is neuroloog in het Maasstad Ziekenhuis in Rotterdam en lid van de Nederlandse Werkgroep Pijn (NWP), een commissie van de Nederlandse Vereniging voor Neurologie. De NWP stelt zich ten doel de kennis over chronische pijn bij alle artsen te vergroten.

Lees hier meer testimonials van HCP-ers en adverteerders

Volg ons