Het officiële MedZine Blog

Kinderen die intensief sporten tijdens de tweede groeispurt lopen meer risico om op latere leeftijd artrose te ontwikkelen. Dat is een van de conclusies uit het proefschrift 'The rise and fall of the hip: from skeletal development to osteoarthritis' van dr. Rintje Agricola, die op 13 januari 2015 cum laude promoveerde aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Het proefschrift is te downloaden in de YourThesis-app.

Artrose is een veelvoorkomende aandoening van het kraakbeen en in het heupgewricht veroorzaakt dit een sterke daling in de kwaliteit van leven. Patiënten kunnen daarnaast op dit moment alleen nog maar symptomatisch worden behandeld met pijnmedicatie of een heupimplantaat. De komende jaren wordt verwacht dat het aantal patiënten met osteoartritis stijgt en daarmee het zorgsysteem zwaarder wordt belast.

Het is bekend dat heupdysplasie een risicofactor is voor osteoartritis, maar over de invloed van omgevingsfactoren op de ontwikkeling van het ziektebeeld was tot nu toe weinig bekend. Agricola deed daarom onderzoek naar het ontstaan van extra botweefsel op de heupkop en de invloed die belasting van de heup hierop heeft. Daarnaast belichtte hij heup-osteoartritis vanuit de rol van de heupvorm in de ontwikkeling van het ziektebeeld en gaf hij een voorstel voor definiëring van de verschillende heupvormen.

Dankzij het onderzoeken van de jongerenselectie van de Rotterdamse voetbalclub Feyenoord kwam Agricola tot een interessante conclusie: "We hebben aangetoond dat het belasten van de heupkop op jonge leeftijd een van de grootste oorzaken is voor het ontstaan van artrose." Door zeer intensief te sporten in hun tweede groeispurt, tussen de 12 en 14 jaar, bleken de jonge topvoetballers meer kans te hebben op het ontwikkelen van extra botafzettingen op de heupkop. Hierdoor botst de heupkop tijdens bewegen continu in de heupkom. Zo'n extra botafzetting geeft daarom een sterk verhoogd risico op het ontwikkelen van artrose. Volgens Agricola zou dit mogelijk kunnen worden voorkomen door jongeren anders te laten trainen. "Deze jongens staan soms wel zes keer per week op het voetbalveld. Je zou ze ook af en toe minder belastende oefeningen kunnen laten doen, zoals zwemmen of wielrennen", zegt hij. Volgens hem zou het ontzien van de heup tijdens de tweede groeispurt de basis kunnen zijn voor preventie van artrose.

Naar dit nieuwe concept is volgens Agricola echter nog te weinig onderzoek gedaan. Hij wil hier graag verandering in brengen en gaat daarom binnenkort naar Doha, Qatar voor een fellowship van drie maanden. "Er zijn daar veel mogelijkheden voor een vervolg van mijn onderzoek en het is een ambitieus centrum," aldus Agricola. "Daarnaast hebben ze er de gegevens van een grote, gevarieerde groep sporters. Zo kan ik bijvoorbeeld onderzoeken of het daadwerkelijk zo is dat zwemmers minder botafzettingen op de heupkop hebben dan voetballers.

Nu hij eenmaal is gepromoveerd, is Agricola niet van plan om stil te zitten: in juni begint hij met zijn opleiding als orthopedisch chirurg, waarin hij een grote rol ziet weggelegd voor vervolgonderzoek. Daarvoor legt hij eerst nog de Eed van Hippocrates af. "Na mijn promotie heb ik één dag vrij gehad om bij te komen, maar daarna moest ik gewoon weer coschappen lopen", lacht hij. "Met al die projecten die ik door elkaar doe is het soms lastig om tijd te vinden om te sporten of eens goed uit eten te gaan. Maar die dingen zijn ook belangrijk, je moet er tijd voor vrijmaken."

Het volledige proefschrift van Rintje Agricola is te lezen in de YourThesis-app.