Het officiële MedZine Blog

Achtergrond bij het medisch nieuws

‘Immunologie kan een belangrijke rol gaan spelen bij borstkanker’

‘Immunologie kan een belangrijke rol gaan spelen bij borstkanker’

Als pas afgestudeerde arts en biomedisch wetenschapper doet de Leidse promovendus Erik Blok onderzoek naar de rol van het immuunsysteem bij de behandeling van borstkanker. Hij kwam er onder meer achter dat aromataseremmers bij patiënten met hormoongevoelig mammacarcinoom en een 'zwak' immuunsysteem beter lijken te werken. Een onverwachte vinding, aangezien een 'sterk' immuunsysteem in een tumor meestal een betere prognose betekent. 'Misschien komt dit door oestrogeenreceptoren in de T-cellen.'

'Ik ben vooral bezig met onderzoek naar verlengde hormoontherapie bij borstkanker', vertelt Blok (27). 'Dat doe ik binnen de IDEAL-studie, een grote klinische trial die vanuit het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) loopt.' In het kader van deze trial onderzoekt Blok ook de invloed van het immuunsysteem bij borstkanker. 

Sterk of zwak immuunsysteem

'Het onderzoek binnen trials koppelen we vaak aan translationeel onderzoek naar immunologie', aldus Blok. 'In de wetenschappelijke literatuur zie je vaak dat hoe actiever het immuunsysteem is in een tumor, hoe beter de respons op chemotherapie is en hoe beter de prognose van een patiënt is. Bij borstkanker geldt dat echter in veel gevallen niet, behalve bij de triple-negatieve tumoren.’ Bij het immuno-oncologische gedeelte van het onderzoek richt de promovendus zich deels op het zoeken van een antwoord op de vraag waarom dit fenomeen alleen bij triple-negatieve tumoren optreedt. 

Een ander deel van het onderzoek richt zich op de vraag waarom er bij hormoongevoelige tumoren geen algemeen effect zien is. 'We vragen ons af of daar dan toch nog een soort voorspellende waarde te vinden is voor de mate van betrokkenheid van het immuunsysteem', vertelt Blok. 'En die blijkt er inderdaad te zijn, namelijk voor het type hormoontherapie dat de patiënte krijgt. We hebben een cohort patiënten met hormoongevoelige tumoren onderzocht waarvan de helft met aromataseremmers en de andere helft met tamoxifen is behandeld. Vervolgens hebben we naar verschillende immuunfactoren gekeken, zoals cytotoxische T-cellen, regulatoire T-cellen en macrofagen. Aan de tumorkant hebben we gekeken naar de expressie van HLA. Dat hebben we gecombineerd tot een bepaalde score: een sterk immuunsysteem of een zwak immuunsysteem.'

Verassende bevinding

Hier kwam een verrassende bevinding uit: 'Bij borstkankerpatiënten die behandeld waren met tamoxifen bleek het eigenlijk niet zoveel uit te maken wat voor immuunscore de patiënten hadden. Maar bij patiënten met aromataseremmers ging het veel beter als de patiënte een zwak lokaal immuunsysteem had. Dat hadden we niet verwacht. Vervolgens hebben we het omgedraaid. En toen bleek dat als je een zwak lokaal immuunsysteem hebt, aromataseremming veel beter werkt dan tamoxifen. Bij een sterk lokaal immuunsysteem zijn beide behandelingen gelijkwaardig.' 

Als mogelijke oorzaak voor deze bevinding wijst Blok op de oestrogeenreceptoren die in veel T-cellen tot expressie komen. 'Het zou kunnen dat tamoxifen, als receptorblokkeerder, gewoon een ander type uitwerking heeft dan aromataseremmers. Hierdoor zou tamoxifen niet, of zwak kunnen werken wanneer er een zwak immuunsysteem is. '

Blok denkt dat de hoeveelheid immuuninfiltraat die in borstkankertumoren wordt aangetroffen in de toekomst weleens een rol zou kunnen spelen bij de behandelkeuze. 'Dit kan dan worden meegenomen naast factoren als agressiviteit, grootte en lymfklierinvasie.' Bij triple-negatieve tumoren is bijvoorbeeld al bekend dat een sterk aanwezig immuunsysteem in de tumor de behandeling van chemotherapie versterkt. 'We hebben onderzocht waarom er bij deze tumoren wel een sterke prognostische waarde van het immuuninfiltraat is. We ontdekten dat het FAS-eiwit, de zogenaamde 'death-receptor', hier een rol in kan spelen. Dat eiwit is een soort zelfmoordknop op een cel en als een T-cel bindt aan een tumorcel bindt hij ook aan de FAS-receptor, waardoor de cel in apoptose gaat. Het FAS-eiwit zit veel vaker op triple-negatieve tumoren dan op hormoongevoelige tumoren en het zou kunnen verklaren waarom het immuunsysteem bij die tumoren een grotere rol speelt.'

Het leven als promovendus

Blok voert zijn promotie-onderzoek uit op het researchlab van de afdeling heelkunde van het LUMC. 'Ik ben nu twee jaar bezig en hoop het volgend jaar af te ronden.' Hierna wil Blok graag in opleiding tot internist-oncoloog. Op het moment bevalt het leven als promovendus hem echter ook uitstekend: 'Het is leuk, je kunt heel zelfstandig werken en je hebt je eigen projecten. Vergeleken met bijvoorbeeld het ANIOS-schap is er veel meer langetermijnplanning.' 

Als tip voor andere aankomende promovendi, geeft Blok aan dat je als promovendus goed met je begeleiders af moet spreken hoeveel begeleiding je zou willen krijgen. 'Doordat het zulke lange projecten zijn, bestaat er altijd het gevaar dat je een beetje verdrinkt in de verantwoordelijkheid en planning. Ik denk dat je altijd goed moet kijken hoe de begeleiding in elkaar zit. Spreek je dagelijks, wekelijks of maandelijks je begeleider? Ik spreek mijn promotor bijvoorbeeld één keer per maand. En één keer per week of twee weken spreek ik mijn co-promotoren, dat zijn wat directere begeleiders. Dit werkt goed voor mij, andere mensen hebben misschien aan meer of juist minder begeleiding behoefte.'

Dit interview is onderdeel van MedZine - Focus op immuno-oncologie, een uitgave van Medix Publishers. Het blad verschijnt vier keer per jaar en wordt verspreid onder medisch specialisten werkzaam in de oncologie. De volgende editie verschijnt op 10 mei. Wilt u deze uitgave ontvangen? Neem dan contact op met: redactie@medixpublishers.nl.

Lees hier meer testimonials van HCP-ers en adverteerders

Volg ons