Het officiële MedZine Blog

Achtergrond bij het medisch nieuws

Interview: Prof Dr Freek Verheugt over de farmaceutische industrie

Interview: Prof Dr Freek Verheugt over de farmaceutische industrie

Toen de politiek eind 2012 nog twijfelde of de nieuwe orale anticoagulantia (NOAC) vergoed moesten worden, besloten Boehringer Ingelheim en Bayer de extra kosten van de middelen voorlopig zelf aan patiënten met boezemfibrilleren terug te betalen. Cardioloog Prof. dr. F.W.A. Verheugt vertelt aan Pharmamarketeer over deze kwestie en over de rol van de farmacie in het algemeen. Verheugt: "Wat zouden we zijn zonder farma-industrie?"




Kwalijke ontwikkeling
"Ik vind de introductie van de NOACs een sprong voorwaarts die je kunt vergelijken met de introductie van de statines", vertelt Verheugt. "Ze zijn veiliger, simpeler en beter, maar ook duurder." Deze laatste kwestie, de prijs van de nieuwe middelen, deed eind vorig jaar nogal wat stof opwaaien. Terwijl Minister Schippers nog aan het afwegen was of, en wanneer, de nieuwe middelen  vergoed zouden worden, besloten Boehringer Ingelheim en Bayer de  kosten alvast zelf aan gebruikers terug te betalen. "Dat vond ik een kwalijke ontwikkeling", vertelt Verheugt. "Een patiënt is verzekerd en hoort een middel vergoed te krijgen via zijn verzekeraar, niet via de fabrikant." Aan de andere kant vond Verheugt het ook wel weer begrijpelijk. "De overheid hield dit tegen, terwijl ze het middel wel goedkeurden. Maar ze wilden eerst kijken of het niet goedkoper kon. Gelukkig is de minister toen zelf gaan onderhandelen en worden de middelen nu wel vergoed." In het algemeen vindt Verheugt dat een fabrikant zich verre moet houden van zaken als toelating. "Dat is hetzelfde als wanneer een autofabrikant de verkeersregels gaat beïnvloeden. Het is een rare ontwikkeling die we nooit eerder hebben gezien. Als beroepsgroep hebben we die vergoeding door de fabrikant dan ook van de hand gewezen."


Plicht van de wetenschapper
Verheugt is (co) auteur van meer dan 400 artikelen die in gerenommeerde medische tijdschriften verschenen. Vaak staat onderaan deze artikelen vermeld dat hij onderwijs- en onderzoeksbeurzen heeft ontvangen van de farmaceutische industrie. Tot de bedrijven waar Verheugt mee werkt, behoren onder meer Bayer Healthcare, Boehringer-Ingelheim, Bristol-Myers Squibb en Pfizer. "Je moet als arts-wetenschapper altijd oppassen dat je niet voor één firma onderzoeken doet. Maar als er gunstige resultaten zijn, vind ik dat je als wetenschapper de plicht hebt deze uit te dragen. Bovendien heb je als voorschrijver de plicht om de patiënt erop te wijzen dat er nieuwe mogelijkheden zijn."

Agressieve marketing

Dat de relatie tussen arts en farmacie een precaire is, beaamt Verheugt. "Het is altijd een burning issue. Maar we hebben in Nederland een transparantieregister waarin de financiële relaties van zorgaanbieders met farmaceutische bedrijven inzichtelijk zijn gemaakt, bijvoorbeeld bij onderwijs en onderzoek. Onderwijs aan artsen wordt bijvoorbeeld nooit meer vanuit overheidswege ingevuld, vaak zijn er toch sponsors nodig om onderwijs en congressen te organiseren. Moleculair, basaal onderzoek wordt soms nog wel  door de overheid vergoed, maar zodra het op de behandeling van patiënten aankomt, ben je als onderzoeker toch snel op de farmaceutische of device industrie aangewezen voor ondersteuning. Maar soms wordt je dan, wanneer je als arts iets met de farmaceutische of device industrie doet, weggezet als een soort collaborateur. Alsof je met een soort wapenindustrie samenwerkt. Ik ben het zelden eens met de manier van marketing binnen de geneesmiddelenindustrie, die is vaak erg agressief, maar wat zouden we zijn zonder farma-industrie? In de Oost-Europese landen was private industrie verboden en daar is dan ook nog nooit één behoorlijk geneesmiddel ontwikkeld."

Bron: Pharmamarketeer

Lees hier meer testimonials van HCP-ers en adverteerders

Volg ons