Meest gedetailleerde kijk op het placebo-effect ooit
Mensen die de meeste vermindering van pijn meldden bij het nemen van een
placebo hebben ook minder hersenactiviteit in hersengebieden die verband houden
met pijn. Dit werd gevonden in een systemische meta-analyse welke recent is gepubliceerd
in het tijdschrift Nature Communications. De resultaten van de studie geven
nieuw inzicht in placebo-effecten op pijngerelateerde hersenactiviteit en kunnen
gevolgen hebben voor de klinische zorg en de ontwikkeling van geneesmiddelen.
Het is bekend
dat het placebo-effect substantieel bijdraagt aan de behandelingsresultaten in
zowel medisch onderzoek als de klinische praktijk. Voor het optimaliseren van
de ontwikkeling van geneesmiddelen en klinische zorg is een beter begrip van de
onderliggende mechanismen van belang. Placebo-analgesie is het meest robuuste
en best bestudeerde type placebo-effect. Veel studies hebben echter variërende
resultaten, en kleine groepsgroottes belemmeren de detectie van kleine tot
matige effecten en maken het moeilijk om precies te bepalen welke neurale structuren
consistent worden gewijzigd door een placebobehandeling.
Meta-analyse
Via een meta-analyse van 20 studies, een totaal van 603 deelnemers, zijn hersenenbeelden op individueel niveau geanalyseerd. Er kon naar delen van de hersenen worden gekeken waar voorheen de resolutie nog te laag was, doordat nu de functional magnetic resonance imaging (fMRI) data van elk individu werd geanalyseerd.
In de gebruikte studies werd gekeken naar opgeroepen pijn onder stimulus-intensiteit-afgestemde placebo- en controle omstandigheden. Placebo omstandigheden werden gedefinieerd als condities waarbij de experimentele context suggereerde dat een effectieve pijnstillende behandeling werd toegepast, inclusief verbale suggesties en conditioneringsprocedures die de verwachtingen van deelnemers over verminderde pijn versterkten. Bij controle omstandigheden kregen de deelnemers een pijnstillende behandeling. Het was daarbij voor de deelnemer zelf niet duidelijk welke omstandigheden werden toegepast. De deelnemers gaven aan of ze minder pijn voelden. Er werd vervolgens onderzocht of dit kon worden gecorreleerd aan bepaalde hersenregio’s. Daarnaast werd ook gekeken of een eventuele hersenrespons zinvol was en of er dus echt sprake was van een verandering in het het voelen van pijn (nociceptie) en/of veranderingen in andere affectieve en besluitvormingsprocessen rond pijn.
Resulaten
Een placebo veroorzaakt kleine, wijdverspreide verminderingen van pijngerelateerde activiteiten in de hersenen. Het bleek dat personen met de meeste pijnvermindering ook de grootste verlaging in hersenactiviteit hadden.
De verandering in activiteit werd gevonden in de thalamus, de sematosensorische cortex, de basale ganglia en de insula posterior. In deze hersengebieden werden vooral delen die belangrijk zijn voor pijnsensatie (en de reactie daarop) beïnvloed.
Activering van de prefrontale cortex is heterogeen in alle studies, wat betekent dat er geen specifieke gebieden in deze regio consistent of sterk werden geactiveerd. De prefrontale cortex wordt geactiveerd in anticipatie op pijn. Het helpt de context van de pijn bij te houden en het geloof te behouden dat de pijn bestaat. Deze verschillen tussen de geanalyseerde studies zijn vergelijkbaar met wat wordt gevonden in andere hersengebieden van zelfregulering, waar verschillende soorten gedachten en mindsets verschillende effecten kunnen hebben.
Conclusie
Geconcludeerd wordt dat placebo-effecten niet alleen beperkt zijn tot sensorische/nociceptieve of cognitieve/affectieve processen, maar waarschijnlijk een combinatie van mechanismen omvatten die kunnen verschillen afhankelijk van het placebo-paradigma en andere individuele factoren. De bevindingen zullen bijdragen aan toekomstig onderzoek in de ontwikkeling van hersenbiomarkers die voorspellen of een individu reageert op een placebo. Ook zullen ze helpen bij het onderscheid maken tussen het effect van een placebo en een pijnstiller.
Volgens de onderzoekers zal het begrijpen van de neurale paden die ten grondslag liggen aan het placebo-effect, de weg vrijmaken om het placebo-effect systematisch te kunnen gebruiken op een context-, patiënt- en ziektespecifieke manier. Het placebo-effect zou dan ook worden gebruikt naast een medicijn, operatie of andere behandeling, omdat het mogelijk de behandelresultaten kan verbeteren.
Geschreven door:
Aurora
van de Loo
Referenties:
1. Persbericht op EurekAlert van 2 maart 2021. New study gives the most detailed look yet at the neuroscience of placebo effects. Verkregen via https://www.eurekalert.org/pub_releases/2021-03/dc-nsg030121.php, op [19-03-2021]
2. Zunhammer M, Spisák T, Wager TD, Bingel U; The Placebo Imaging Consortium. Meta-analysis of neural systems underlying placebo analgesia from individual participant fMRI data. Nat Commun 2021; https://doi.org/10.1038/s41467-021-21179-3