Het officiële MedZine Blog

Achtergrond bij het medisch nieuws

Mepolizumab vermindert exacerbaties bij COPD-patiënten met een eosinofiel fenotype

Mepolizumab vermindert exacerbaties bij COPD-patiënten met een eosinofiel fenotype

Patiënten met chronische obstructieve longziekte en een ‘eosinofiel fenotype’ kunnen baat hebben bij behandelingen die eosinofielen onderdrukken. Uit twee gerandomiseerde fase 3-studies blijkt dat de interleukine 5-remmer mepolizumab versus placebo bij deze patiënten geassocieerd is met een verlaagde frequentie milde tot ernstige exacerbaties. Daarnaast was het toxiciteitsprofiel van mepolizumab vergelijkbaar met dat van placebo.

Chronische obstructieve longziekte (COPD) is een frequent voorkomende aandoening gekarakteriseerd door een progressieve belemmering van de ademhaling, chronische ontsteking van de longen en het optreden van exacerbaties. Tot 40% van de COPD-patiënten heeft een zogenaamd ‘eosinofiel fenotype’ gedefinieerd door een sterk verhoogd (≥2%) aantal eosinofielen in het perifere bloed. Deze verhoogde aantallen eosinofielen zijn geassocieerd met een verhoogd risico op COPD exacerbaties welke deels weggenomen kan worden door langdurige behandeling met glucocorticoïden.

Bovenstaande waarnemingen suggereren dat eosinofielen een bijdrage leveren aan de pathogenese van COPD exacerbaties. Omdat eosinofielen afhankelijk zijn van interleukine 5 (IL-5) onderzochten de gerandomiseerde fase 3-METREX- en METREO-studies de uitkomst van IL-5-remmer mepolizumab (100 of 300 mg) versus placebo bij respectievelijk 1161 en 1071 COPD-patiënten met een geschiedenis van matige tot ernstige exacerbaties tijdens onderhoudsbehandeling met glucocorticoïden, b2-agonisten en muscarinereceptorantagonisten. De primaire uitkomstmaat was de jaarlijkse frequentie matige tot ernstige exacerbaties.

Uit de resultaten van de METREX-studie blijkt dat de gemiddelde frequentie matige tot ernstige exacerbaties in de intention-to-treat populatie met een eosinofiel fenotype significant lager was na behandeling met mepolizumab (100 mg) dan na placebo (1,4 per jaar vs. 1,7 per jaar; rate ratio 0,82; 95% BI 0,68-0,98; p=0,04). In de METREO-studie was de gemiddelde frequentie matige tot ernstige exacerbaties 1,2 vs. 1,3 vs. 1,5 per jaar na behandeling met respectievelijk 100 of 300 mg mepolizumab dan wel placebo. De rate ratio voor exacerbaties in de 100 mg mepolizumab- versus placeboarm was 0,80 (95% BI 0,65-0,98; p=0,07) en 0,86 in de 300 mg mepolizumab- versus placeboarm (95% BI 0,70-1,05; p=0,14). Het toxiciteitsprofiel van mepolizumab was vergelijkbaar met dat van de placebo.

Bron: The New England Journal of Medicine (Pavord ID, et al. N Engl J Med 2017;377:1613-29)

Door Robbert van der Voort

Lees hier meer testimonials van HCP-ers en adverteerders

Volg ons