Moedergenen hebben invloed op darmflora kind
- Door MedZine Redactie -
- Geplaatst op
Onderzoekers uit Californië hebben ontdekt dat het gen fucosyltransferase 2 (FUT2), dat niet in alle moeders actief is, zorgt voor de aanwezigheid van bepaalde suikers in moedermelk. Deze suikers worden niet door het kind zelf verteerd, maar door de bacteriën in het darmstelsel en hebben zo invloed op de darmflora van de baby. Dit onderzoek werd onlangs gepubliceerd in Microbiome.
Voor de geboorte hebben baby’s nog geen kolonisatie van de darmtractus. De darmflora wordt in de eerste levensdagen langzaam opgebouwd en is afhankelijk van de bacteriën waar het kind mee in aanraking komt. Ook de voeding speelt hierbij een belangrijke rol, omdat de aanwezige voedingsstoffen bepalen welke bacteriekolonies kunnen groeien in de darmen.
Recent onderzoek heeft uitgewezen dat bifidobacteriën zich eerder en met een hoger percentage vestigden in kinderen van moeders met een werkend FUT2-gen. Hiervoor werd de ontlasting van baby’s onderzocht op de aanwezigheid van bacteriën en voedingsstoffen gedurende de eerste vier maanden na de geboorte. De resultaten werden vergeleken tussen kinderen van moeders met en zonder FUT2-activiteit.
Eerder werd aangetoond dat een darmflora met bifidobacteriën geassocieerd is met een betere werking van het immuunsysteem bij jonge kinderen en dat borstvoeding door FUT2-moeders zorgt voor een verhoogde resistentie tegen diarree. Een van de auteurs, David Mills, voorzitter van Dairy Food Science aan de University of California, Davis, geeft echter aan: “Moedermelk van vrouwen zonder FUT2-activiteit is in geen enkele wijze minder gezond en hun kinderen lopen geen extra risico.”
In Amerika heeft ongeveer tachtig procent van de moeders een werkend FUT2-gen. Ook voor de moeder zelf heeft dit gevolgen, omdat het gen nog andere functies heeft in het lichaam. Zo hebben moeders met FUT2-activiteit minder kans op diabetes type I en de ziekte van Crohn, terwijl moeders zonder FUT2-activiteit resistent zijn tegen het rotavirus, het norovirus en de Helicobacter pylori.
Bronnen: Eurekalert en Microbiome
MedZine schrijft twee keer per week over spraakmakende wetenschap.
