Het officiële MedZine Blog

Achtergrond bij het medisch nieuws

Nienke Nieuwenhuizen: “Ik zie dementie als een boekenkast waar geen nieuwe boeken meer bijkomen.”

Nienke Nieuwenhuizen: “Ik zie dementie als een boekenkast waar geen nieuwe boeken meer bijkomen.”

Specialisten ouderengeneeskunde behandelen kwetsbare ouderen en chronisch zieken met diverse gezondheidsproblemen. De vroegere ‘verpleeghuisarts’ heeft specifieke kennis in het herkennen van (dreigende) kwetsbaarheid en kan door middel van pro-actief handelen kwetsbaarheid voorkomen of uitstellen. Verenso is de vereniging van specialisten ouderengeneeskunde en sociaal geriaters. Medzine sprak Verenso’s voorzitter Nienke Nieuwenhuizen, die er sinds 1 januari 2014 de scepter zwaait. “Wij richten ons in eerste instantie op functionaliteit en pas in de tweede instantie op diagnostiek.”  

Zelfstandig specialist

Nienke Nieuwenhuizen noemt zichzelf ook wel een ‘ondernemende specialist ouderengeneeskunde’. Ze is zelfstandig specialist ouderengeneeskunde en verzorgt daarnaast verpleeghuistrainingen, in de vorm van e-learning curssussen, voor verzorgenden en thuiszorgmedewerkers. “Ik ben ooit  in dienst begonnen  en toen signaleerde ik dat er onder de verzorgenden in de verpleeginstellingen grote behoefte was  aan meer medische kennis. En dan met name van de ziektebeelden die zij tegenkomen.” In het nieuws horen we volgens Nieuwenhuizen steeds vaker dat de kwaliteit van de zorg in de verpleeghuizen te wensen overlaat. “Dit komt onder meer omdat het budget van de instellingen zo is samengesteld dat er met name verzorgenden niveau 2 en 3 kunnen worden betaald. Die mensen hebben een lager opleidingsniveau dan verpleegkundigen in het ziekenhuis. Toen ik merkte dat de verzorgenden veel behoefte hebben aan kennis, ben ik dus een bedrijfje gestart voor nascholing.”

Voorzitterschap
Toen zij eenmaal de nodige ondernemerspapieren had, bedacht ze zich dat ze haar artsenvak ook zelfstandig kon uitvoeren. “Ik kreeg hierdoor de mogelijkheid om op verschillende locaties te werken en op diverse plekken te kijken hoe de zorg geleverd werd. Dat vond ik erg leerzaam.” Nieuwenhuizen wordt nu ingehuurd op plekken waar het al een tijdje niet lekker loopt. Soms blijft zij hier langere tijd werken, want zoals zij zelf aangeeft: “Ik ga er pas weg als het weer goed draait of als er een goede vervanger is gevonden!” Dat Nieuwenhuizen een bezig bijtje is blijkt ook wel uit het feit dat zij sinds 1 januari 2014 voorzitter is van Verenso. Een niet helemaal onbekende vereniging voor de arts, want vóór haar voorzitterschap, was Nieuwenhuizen lid van de Raad van Toezicht van Verenso. Verenso bestaat met name uit specialisten ouderengeneeskunde en een kleiner aantal sociaal geriaters. De specialismen zijn volgens Nieuwenhuizen erg aan elkaar verbonden.

Kwaliteit van leven
Nieuwenhuizen spreekt met veel passie over haar werk. “Ik vind het belangrijk om de aandacht te geven aan patiënten daar waar het hoort, maar ook aan de mensen eromheen. Dat is een belangrijk onderdeel van ons vak.” In haar vak krijgt ze veel te maken met kwetsbare ouderen maar ook met (jonge) chronisch zieken met diverse gezondheidsproblemen. Nieuwenhuizen legt uit dat men zich binnen haar specialisme in eerste instantie richt op functionaliteit en pas in de tweede instantie op diagnostiek. “Ons uitgangspunt is het behouden en verkrijgen van zoveel mogelijk zelfstandigheid en kwaliteit van leven en dat binnen de mogelijkheden van de patiënt.” Dementie komt veel voor in de groep patiënten die zij ziet. Recente nieuwsberichten melden dat dementie over 15 jaar wel eens doodsoorzaak nr. 1 kan worden in Nederland[1]. Ook Nieuwenhuizen ziet dit voor zich en vindt dat niet zo gek. “Met het stijgen van de gezondheid, en dus de leeftijd hebben we een grotere kans op dementie.”

Boekenkast
Dementie is volgens de specialiste een vrij breed begrip. “Er zijn wel 70 verschillende vormen van dementie. De vier grootste zijn: Alzheimer, vasculaire dementie, frontotemporale dementie en Lewy body dementie. Dit zijn vier heel verschillende ziektebeelden.” De overeenkomst is volgens Nieuwenhuizen dat mensen langzaam achteruit gaan in hun functioneren en dan met name in geheugen en hoe ze hun leven kunnen vormgeven. “Alzheimer bijvoorbeeld, is echt een geheugenprobleem. Mensen kunnen nieuwe informatie niet meer opslaan. Wel kunnen ze zich oude informatie herinneren. Vandaar dat ze nog wel weten dat ze getrouwd zijn maar dat verandert langzaamaan ook.” Nieuwenhuizen komt met een metafoor: “Ik zie het altijd als een boekenkast waar op een gegeven moment geen nieuwe boeken meer bijkomen. Op een gegeven moment, verderop in de ziekte, vallen al die andere boeken er ook uit. Alleen de boeken met de heftige emoties blijven stevig verankerd in het geheugen.” Mensen met vasculaire dementie, een ziekte die door kleine herseninfarctjes ontstaat, hebben volgens de arts vooral een probleem met  herinneringen ophalen. “De boeken staan dus rommelig in de boekenkast. Ze zijn vergeetachtig maar weten het nog wel vaag. Ze zijn alleen traag met herinneringen ophalen.” Ook als deze ziekte voortschrijdt, raakt de patiënt steeds meer informatie kwijt. Nieuwenhuizen geeft een schrijnend voorbeeld: “Als je iemand met vasculaire dementie ’s ochtends in de stoel zet, zit hij daar bijvoorbeeld ’s avonds nog. Hij komt er door een gebrek aan initiatief of zelfs apathie gewoon niet aan toe om te lopen.” Op de vraag of dat niet mensonwaardig is, reageert ze nuchter. “ De mens is gedoemd tot leuke en minder leuke ervaringen. En ik denk dat wat het menswaardig maakt, meer de reactie is van de mensen om hen heen, dan van de gebeurtenis zelf. Mensen met dementie zijn heel gevoelig voor emoties. Een respectvolle benadering helpt dus enorm.”

Gepassioneerd
Het mooiste van haar specialisme vindt Nieuwenhuizen het feit dat je naar de gehele mens kijkt. “In andere specialismen kijkt men meer gecompartimenteerd. Wij willen niet alleen een diagnose stellen, want zelfs als je die hebt, moet je soms toegeven dat je niets meer voor diegene kunt doen. In ons specialisme is het zo dat zelfs als er niets meer kan, dat wij nog even doorgaan. Ik vind het mooi dat wij nog waarde kunnen toevoegen, hoe moeilijk dat soms ook is.” Een andere pré vindt Nieuwenhuizen dat je binnen haar vakgebied meer tijd hebt, of ‘maakt’ zoals ze zelf zegt, om met de mensen te praten. “Wat wilt u nog?, vraag ik vaak aan mijn patiënten. We kunnen wel medicijnen voorschrijven, maar dat hoeft nog niet de optimale behandeling te zijn. Misschien is dat zo voor een gemiddelde specialist, want hoe sneller iemand reageert op medicijnen, hoe sneller hij naar huis kan. Maar wij kijken dus niet naar wat de beste behandeling is voor de ziekte, maar naar wat de beste behandeling is voor de patiënt.” Het lastige aan haar vak vindt Nieuwenhuizen om te zeggen wat ze nu precies doet als specialist ouderengeneeskunde. “We maken altijd een zogeheten multidomeinanalyse. Hierbij kijken we naar vier aspecten, namelijk de somatische, psychische, functionele en maatschappelijke, waarna we met het multidisciplinaire team en de patiënt de zorg- en behandeldoelen vaststellen. Dat maakt dat een complexe casus een stuk helderder wordt.”

Taak van de familie
Of er ook negatieve kanten aan haar vak zitten, vindt ze lastig te zeggen. “Kijk, in elk vak zit wel wat. Misschien is het negatiefste aan dit vak wel de onbekendheid en de onbemindheid. Verder is het een prima en dankbaar vak waar je een goede boterham mee kunt verdienen en waar voldoende werk in is te vinden.” Behalve het eerder genoemde kennistekort onder verzorgend personeel ziet Nieuwenhuizen dat er ook een  personeelstekort is in de verpleeghuizen, met name in de Randstad. Momenteel klinken er geluiden dat de ouderenzorg meer moet worden neergelegd bij de naasten van de patiënt. Nieuwenhuizen staat hier dubbel in: “Natuurlijk is het goed dat er naasten zijn die voor hun familielid of kennis in het verpleeghuis zorgen. Als maatschappij denk ik zelfs dat we de plicht hebben om goed voor onze kwetsbare ouderen te zorgen maar ik denk ook dat professionele zorg meer autonomie geeft, in plaats van afhankelijk te zijn van alleen mantelzorg. Afhankelijkheid van naasten is natuurlijk niet altijd even prettig. Je kunt niet zomaar boos worden op je kinderen. Professionele zorg kun je sturen, want daar betaal je als patiënt voor. Bovendien kunnen naasten niet alles doen, zeker niet in deze maatschappij waarin wordt verwacht dat je hard werkt en daarnaast nog op een sportclub zit, helpt op de school van je kinderen en ga zo maar door. Maar zorg door naasten is een heel waardevolle aanvulling.”

Instroom opleiding
Volgens Nieuwenhuizen kiezen steeds meer studenten geneeskunde ervoor om zich te specialiseren in de ouderengeneeskunde. “We hebben een verplicht coschap op een aantal universiteiten met dit vakgebied. Steeds vaker vinden studenten het een leuk vak, met ook toekomst. Wij kijken natuurlijk op een heel andere manier naar geneeskunde dan in het ziekenhuis. Ik denk dat jonge mensen zich daar wel toe aangetrokken voelen.” Toch heeft de arts nog wel een tip om het beroep of de verpleeginstellingen nog aantrekkelijker te maken voor artsen in spé. “Ik denk dat wij nog aan onze praktijkuitvoering kunnen werken, zodat de oneigenlijke taken verdwijnen. We hebben veel oneigenlijke taken, omdat we in een instelling werken waar taken die niet bij de arts horen toch vaak bij ons terecht komen. Daar kunnen we nog wel wat stappen in maken. Daarnaast zouden we meer ondersteuning van ICT kunnen krijgen. In sommige instellingen wordt nog gewerkt met papier en pen. Wat dat betreft kunnen we nog veel leren van ziekenhuizen, die hebben dit veel beter geregeld.”

Eigen praktijk
Specialisten ouderengeneeskunde werken over het algemeen nog veel in verpleeghuizen, maar de laatste tijd ook steeds meer daarbuiten. Nieuwenhuizen: “We proberen steeds meer met de huisartsen in de wijk te werken. Ik denk ook dat wij daar een heel grote rol in kunnen vervullen, met name voor mensen met dementie, of bijvoorbeeld met terminaal hartfalen. Dat is waar we met Verenso ook mee bezig zijn, met een nieuwe manier om ons vak in te vullen in de toekomst. Zeker nu patiënten steeds minder in het verpleeghuis terecht kunnen en willen.” Nieuwenhuizen hoopt ooit nog een eigen praktijk te hebben. “Maar voor het zover is, ga ik nog even door met problemen oplossen waar ik nodig ben”, lacht ze.

[1] In 2030 is kanker nog steeds doodsoorzaak nr. 1 maar omdat het RIVM dit in de berekeningen opsplitst in verschillende soorten kanker, komt dementie bovenaan te staan

MedZine neemt met regelmaat een kijkje in de keuken bij een specialist en vraagt hem naar zijn visie op de zorg in zijn vakgebied.



Lees hier meer testimonials van HCP-ers en adverteerders

Volg ons