Nieuwe biomarkers voorspellen respons op immunotherapie bij kanker
Zwitserse onderzoekers hebben een grote sprong voorwaarts gemaakt met onderzoek naar immunotherapie bij kanker. Immunotherapie werkt door het immuunsysteem heel gericht aan te zetten om kankercellen snel te identificeren en te elimineren. Niet elke patiënt ondervindt echter de gewenste respons op immunotherapie. In deze nieuwe publicatie in Nature Medicine tonen onderzoekers een nieuwe methode om zogeheten ‘responders’ op immunotherapie gemakkelijker te kunnen identificeren. Een belangrijke stap naar ‘precision medicine’.
Immunotherapie wordt ook wel gezien als dé revolutie binnen de oncologie. Inhibitie van PD-1, een eiwit dat betrokken is bij celdood, is effectief gebleken bij gemetastaseerd melanoom, niet-kleincellig longcarcinoom en andere tumoren. Echter, slechts ongeveer de helft van de patiënten die immunotherapie krijgt heeft hier daadwerkelijk baat bij. De ‘non-responders’ moeten helaas, naast het gebrek aan werkzaamheid, vaak ook de ongewenste bijeffecten van deze therapie dulden. Niet gek dus dat onderzoekers op zoek gingen naar een methode om te kunnen identificeren welke patiënten meer kans hebben op een positieve respons op immunotherapie.
De Zwitserse onderzoeksgroep onderzocht verschillende biomarkers in 40 bloedmonsters van 20 patiënten met stadium IV-melanoom, voorafgaand aan anti-PD1 immunotherapie en 12 weken erna. De nieuwe celanalysetechniek, ‘cytometry by time of flight’ (Cy-TOF) geheten, kan tot 50 verschillende eiwitten per cel analyseren. Dit maakt het mogelijk om elke cel apart te differentiëren en te bestuderen.
Na het analyseren van alle cellen, observeerden de onderzoekers welke moleculaire patronen een therapeutisch succes konden voorspellen. Voorafgaand aan de start van immunotherapie werd al een immuunrespons gemeten in het bloed, zij het subtiel. De frequentie van CD14+CD16-HLA-DRhi-monocyten bleek de progressievrije overleving en algehele overleving als respons op anti-PD1-therapie te voorspellen.
Deze resultaten werden bevestigd met flowcytometrie in een onafhankelijk, geblindeerd en gevalideerd cohort van meer dan 30 patiënten. Verder onderzoek is uiteraard gewenst, maar de onderzoekers adviseren om de frequentie van CD14+CD16-HLA-DRhi-monocyten in het perifere bloed te meten ter ondersteuning van klinische beslissingen omtrent kankerbehandeling.
Deze studie is een belangrijke, aangezien dit ons een stap dichterbij ‘precision medicine’ brengt, therapie die rekening houdt met individuele variaties in genetica, omgevingsfactoren en levensstijl. Uiteraard dient de nieuwe techniek die gebruik maakt van biobanking, hoog-dimensionele cytometrie en patroonherkenning verder toegepast en onderzocht te worden in onafhankelijke studies met grotere aantallen patiënten.
Bron: Krieg C et al. High-dimensional single-cell analysis predicts response to anti-PD1 immunotherapy. Nature Medicine 2018 Jan 8. doi: 10.1038/nm.4466 [Epub ahead of print]
Link: https://www.nature.com/articles/nm.4466
Door: Judith Cohen