Het officiële MedZine Blog

Achtergrond bij het medisch nieuws

Nivolumab en chemotherapie in de eerste lijn geassocieerd met vergelijkbare overleving longcarcinoom

Nivolumab en chemotherapie in de eerste lijn geassocieerd met vergelijkbare overleving longcarcinoom

Nivolumab is geregistreerd als tweedelijnsbehandeling bij patiënten met gevorderd niet-kleincellig longcarcinoom. Nu blijkt uit de resultaten van de gerandomiseerde CheckMate 026-studie dat bij patiënten met nieuw gediagnosticeerde, gevorderd niet-kleincellig longcarcinoom met een PD-L1 tumorexpressie ≥5% nivolumab vergeleken met standaard chemotherapie niet geassocieerd is met een verbeterde progressievrije en algemene overleving. Wel resulteerde nivolumab in aanzienlijk minder bijwerkingen.

Nivolumab is een remmer van de immuunsuppressieve receptor PD-1, en geregistreerd voor de behandeling van gevorderd melanoom, en long- en niercelcarcinoom, na behandeling met platinabevattende chemotherapie. Een recente fase 1-studie liet zien dat nivolumab ook in de eerste lijn aanzienlijke activiteit vertoont en goed verdragen wordt. Hoewel deze activiteit gecorreleerd was aan de expressie van biomarker PD-L1 werd ook bij tumoren met weinig of geen PD-L1 expressie nog aanzienlijke activiteit waargenomen.

De huidige gerandomiseerde fase 3-studie vergeleek de werkzaamheid en toxiciteit van nivolumab versus platinabevattende chemotherapie bij 423 patiënten met nieuw gediagnosticeerd niet-kleincellig longcarcinoom (NSCLC) met een PD-L1 tumorexpressie van ten minst 1%. Na progressie op chemotherapie was het toegestaan om op nivolumab over te stappen. De primaire uitkomstmaat was de onafhankelijk beoordeelde progressievrije overleving (PFS) bij patiënten met een PD-L1 tumorexpressie van ≥5%. Secundaire uitkomstmaten waren onder andere de algemene overleving (OS) en het algemene responspercentage (ORR).

Bij patiënten met een PD-L1 tumorexpressie van ≥5% was de mediane PFS 4,2 maanden na behandeling met nivolumab en 5,9 maanden na chemotherapie (HR 1,15; 95% BI 0,91-1,45; p=0,25). Bij deze patiëntengroepen was de mediane OS respectievelijk 14,4 maanden en 13,2 maanden (HR 1,02; 95% BI 0,80-1,30) en de ORR 26% versus 33%. Van de patiënten die met chemotherapie behandeld werden stapte na progressie 60% over op nivolumab.

Behandelingsgerelateerde bijwerkingen van elke graad en graad 3 of 4 kwamen voor bij respectievelijk 71% en 18% van de patiënten in de nivolumabarm versus 92% en 51% van de patiënten in de chemotherapiearm. De meest voorkomende graad 3- of 4-bijwerkingen in de nivolumabarm waren vermoeidheid (1% versus 5% in de controlearm), diarree (1% versus 2%) en huiduitslag (1% versus <1%). Het percentage ernstige bijwerkingen was 17% na nivolumab en 18% na chemotherapie.

Bron: The New England Journal of Medicine (Carbone DP, et al. N Engl J Med 2017;376:415-26)

Door Robbert van der Voort

Lees hier meer testimonials van HCP-ers en adverteerders

Volg ons