Het officiële MedZine Blog

Achtergrond bij het medisch nieuws

Twee vaccins tegen het zikavirus

Twee vaccins tegen het zikavirus

Het ontwikkelen van een veilig en immunogeen vaccin tegen het zikavirus blijft een medische noodzaak. In twee fase 1-studies is de veiligheid en immunogeniciteit van twee zikavirus vaccins bij volwassenen geëvalueerd. De resultaten zijn recent gepubliceerd in The Lancet.

Het zikavirus (enkelstrengs RNA-virus van de Flaviviridae-familie, genus Flavivirus) wordt hoofdzakelijk op mensen overgedragen door de beet van een besmette mug. Bij uitbraken vindt antroponotische (van mens tot vector) overdracht plaats. Perinatale, in utero, en mogelijke seksuele en transfusie-overdracht zijn ook gemeld. Het virus veroorzaakt zikakoorts, welke meestal geen tot milde klachten geeft. Inmiddels is duidelijk geworden dat infectie tijdens de zwangerschap schadelijk kan zijn voor het ongeboren kind.2 Eerder onderzoek laat ziet dat één specifieke mutatie al kan leiden tot een gevaarlijkere variant van het zikavirus.3 Het ontwikkelen van een vaccin voor het zikavirus is van belang.

Onderzoek

Er werden twee gerandomiseerde, placebogecontroleerde, dosisgerelateerde, multicentrische fase 1-studies uitgevoerd. Er werd gebruik gemaakt van mRNA-gebaseerde vaccins (mRNA-1325 en mRNA-1893) waarvan de deelnemers twee maal een dosis ontvingen. Aan beide studies namen gezonde volwassenen deel (18-49 jaar) die bij start van het onderzoek flavivirusseronegatief of flavivirusseropositief waren.

Deelnemers aan de mRNA-1325-studie (Verenigde Staten) werden willekeurig toegewezen aan de placebogroep of een van de drie mRNA-1325-dosisgroepen (10, 25 of 100 μg). Het mRNA-1325-vaccin codeert de structurele eiwitten van de premembraan en envelop (prME) van een zikavirus isolaat uit Micronesië uit 2007.

Deelnemers aan de mRNA-1893-studie (Verenigde Staten en Puerto Rico) werden willekeurig toegewezen aan de placebogroep of een van de vier mRNA-1893-dosisgroepen (10, 30, 100 of 250 μg). Alle deelnemers aan de mRNA-1893-studie ontvingen twee maal een doses.. Het mRNA-1893-vaccin codeert het prME van het RIO-U1 zikavirus isolaat uit Brazilië uit 2016.

Veiligheid was de primaire uitkomst van elk onderzoek. Eindpunten in beide studies waren onder meer uitgevraagde bijwerkingen binnen 7 dagen na vaccinatie en niet gevraagde bijwerkingen binnen 28 dagen na vaccinatie. De secundaire uitkomst van beide onderzoeken was immunogeniciteit beoordeeld aan de hand van zikavirus-specifieke neutraliserende antilichamen (nAbs).1

Resultaten mRNA-1325-studie

De mRNA-1325-studie liep van 14 december 2016 tot 16 augustus 2018. Daaraan namen 90 deelnemers deel (53 vrouw, 37 man):1

  • Alle drie de dosisniveaus van mRNA-1325 (10, 25 en 100 μg) werden over het algemeen goed verdragen.
  • Het vaccin gaf weinig zikavirus-specifieke nAb-responsen. Op 28 dagen na de tweede dosis waren de antilichaamtiters het hoogst voor mRNA-1325 10 μg.

Resultaten mRNA-1893-studie

De mRNA-1893-studie werd uitgevoerd van 23 juli 2019 tot 22 maart 2021. 120 deelnemers (70 vrouw, 50 man) namen hier aan deel:1

  • In het mRNA-1893-onderzoek waren de uitgevraagde bijwerkingen bij deelnemers die een vaccin ontvingen meestal graad 1 of 2. Bijwerkingen traden vaker op bij hogere doseringen en na dosis twee. Geen enkele deelnemer trok zich terug vanwege een ongewenste bijwerking en de meeste van deze bijwerkingen waren niet gerelateerd aan de behandeling.
  • Op dag 57 wekten alle geëvalueerde dosisniveaus van mRNA-1893 robuuste zikavirus-specifieke nAb-responsen op, onafhankelijk van de flavivirusserostatus, die aanhielden tot maand 13. Op dag 57 waren bij deelnemers die seronegatief waren voor het flavivirus, de resultaten van de titertest het hoogst voor mRNA-1893 100 μg; bij deelnemers die flavivirusseropositief waren, waren deze het hoogst voor mRNA-1893 10 μg en mRNA-1893 100 μg.

Interpretatie

Deze bevindingen onderschrijven de verdere ontwikkeling van het mRNA-1893-vaccin tegen het zikavirus. Het werd goed verdragen op alle geëvalueerde dosisniveaus en er was sprake van sterke zikavirus-specifieke serum nAb-responsen na twee doses, ongeacht de flavivirusserostatus bij aanvang.1


Geschreven door:
Aurora van de Loo

Referenties:
1.  Essink B, et al. The Lancet. Med. 2023; https://doi.org/10.1016/S1473-3099(22)00764-2
2.  RIVM. 2022; https://www.rivm.nl/zikavirus
3. Regla-Nava JA, et al. Cell Reports. 2022; https://doi.org/10.1016/j.celrep.2022.110655

Lees hier meer testimonials van HCP-ers en adverteerders

Volg ons