Het officiële MedZine Blog

Achtergrond bij het medisch nieuws

‘Vaccin ontwikkelen tegen zikavirus kost tijd’

‘Vaccin ontwikkelen tegen zikavirus kost tijd’

Sinds het zikavirus vorig jaar opdook in Brazilië en de link werd gelegd met microcefalie, wordt er wereldwijd koortsachtig gewerkt aan een vaccin. MedZine zocht viroloog Jean-Luc Murk van het UMC Utrecht op voor een toelichting. Wat zijn de uitdagingen en de grootste obstakels bij de zoektocht naar zo'n zikavaccin? En wat zijn eigenlijk de opties qua diagnostiek en behandeling? “Het is echt een flinke klus.”

Wanneer we Jean-Luc Murk opzoeken op de afdeling microbiologie wordt al snel duidelijk dat er in het UMC Utrecht aardig wat aan microbiologisch onderzoek wordt gedaan. Gehaast ziekenhuispersoneel in witte jassen komt het ene na het andere monster afleveren. “Ik ben arts-microbioloog en gespecialiseerd in de virologie”, vertelt Murk als we ons uit de drukte hebben bewogen en ons naar zijn werkkamer hebben verplaatst. “Ik houd me met name bezig met virusinfecties binnen het ziekenhuis.”

Vaccin
De commotie rond het zikavirus heeft uiteraard ook de aandacht van Murk, hoewel de aanwezigheid van dit virus in Nederland nog nauwelijks is vastgesteld. “Het zikavirus behoort tot de familie van de flavivirussen. Er zijn al vaccins voor een aantal flavivirussen, zoals gele koorts en Japanse encefalitis. Het zou voor zikavirus dus ook moeten lukken. Dat is niet het moeilijke gedeelte.” 

De moeilijkheden blijken de kop op te steken bij de volgende fase. “Het probleem is dat het jaren duurt om de juiste testen te hebben. Je moet namelijk zeker weten dat een vaccin werkt. Je kan het in eerste instantie niet op mensen uittesten, dus je moet een proefdiermodel hebben. Het ontwikkelen van zo'n diermodel kost veel tijd en er is altijd weinig interesse in het zikavirus geweest omdat mensen er niet zo heel erg ziek van werden. Nu moet dat allemaal nog opgezet worden: eerst een studie met proefdieren en dan een grote studie met mensen waarin je laat zien dat het vaccin veilig en werkzaam is. Dan ben je zo jaren verder.”  

Antistoffentest
Naast een vaccin voor het zikavirus, wordt er op dit moment ook hard gewerkt aan een diagnostische test. Murk: “Met een polymerasekettingreactie kunnen we het virus aantonen in bloed, speeksel, urine, vruchtwater en dood (hersen)weefsel.” Waar de wetenschappelijke wereld op dit moment echter nog naarstig onderzoek naar doet, is een test om antistoffen tegen het zikavirus te detecteren. “Heel vaak is het virus maar even in het lichaam. Dan komt er een  afweerreactie op gang, wordt het virus opgeruimd en vind je het niet meer terug. Wat je nog wel kunt vinden is het immunologisch litteken, bestaande uit de antistoffen tegen het virus.”

Bij het ontwikkelen van zo'n antistoffentest zijn er echter meerdere uitdagingen. “Alle flavivirussen lijken zo op elkaar, dat je wel een hele goede test moet hebben om te zeggen dat het een antistof tegen zika is in plaats van bijvoorbeeld tegen dengue. Dus je hebt een heel aantal complexe monsters nodig met verwante virussen die de test niet zou moeten oppikken. Dat kost tijd, zoekwerk en internationale contacten. En dan heb je nog positieve materialen met het zikavirus nodig, maar de zika-uitbraak is niet hier, dus hoe kom je daaraan? De hele wereld zit op die materialen te wachten en ze sturen niet zomaar een setje bloedmonsters op uit Brazilië.” De viroloog vat het nog eens samen: “Het testje bouwen is zelf bij wijze van spreken een fluitje van een cent, maar aantonen dat hij goed werkt en niet allemaal verkeerde uitslagen genereert heeft veel meer voeten in de aarde.”

Behandeling
Hoe zit het eigenlijk met een mogelijke behandeling? Wanneer we kunnen vaststellen dat iemand het zikavirus heeft, zouden we die persoon dan misschien meteen kunnen behandelen om zo te voorkomen dat het virus bij een zwangere vrouw schade aan de foetus aanricht? Murk is er duidelijk over. “Ik denk niet dat het zinvol is om tijd en energie te steken in het ontwikkelen van een behandeling. In het worst-case scenario lopen zwangere vrouwen inderdaad een aanzienlijk risico. Maar als je een medicijn voor deze vrouwen wilt ontwikkelen heb je ten eerste te maken met het probleem dat het virus al door het lichaam gaat voordat er klachten ontstaan. Als je erachter komt dat een zwangere vrouw geïnfecteerd is, is het kwaad in de vorm van besmetting van de foetus misschien al geschied. En dan is er nog het probleem dat zwangeren juist de patiënten zijn waarbij je ontzettend terughoudend moet zijn met medicatie. Je wil niet dat je middel erger is dan de kwaal en de vrucht beschadigt. Het wordt heel lastig om een registratie voor zo'n medicijn te krijgen. Dat zie ik echt niet gebeuren.”

Artikel: Michiel Hordijk

Video: Anke Vermeulen

MedZine plaatst het nieuws in perspectief met interviews en reacties van experts op dat wat er in de medische wereld speelt.

Lees hier meer testimonials van HCP-ers en adverteerders

Volg ons