Vervanging van aortaklep veilig bij negentigers
- Door MedZine Redactie -
- Geplaatst op
Het vervangen van de aortaklep van het hart hoeft niet te worden afgeraden voor patiënten tussen de negentig en honderd jaar. Het risico op postoperatieve complicaties of overlijden is namelijk lager dan zou worden verwacht voor die leeftijdsgroep. Dat schrijven Amerikaanse onderzoekers in een publicatie in The Annals of Thoracic Surgery.
Door veroudering kan een vernauwing van de aortaklep ontstaan, ook wel stenose genoemd. De minder goed functionerende klep kan worden vervangen door een kunstklep. Dit kan op twee manier gebeuren: met een openhartoperatie (chirurgisch) of minimaal invasief met een katheter via de lies. Over de uitkomst van deze behandelingen bij negentigers was nog weinig bekend.
Onder leiding van Takashi Murashita onderzocht het team daarom retrospectief de gegevens van 59 patiënten van gemiddeld 91 jaar die een aortaklepvervanging hadden ondergaan. In 33 patiënten werd de chirurgische methode gebruikt en bij de overige 26 patiënten werd gekozen voor de katheter.
De Amerikaanse vereniging van thoracale chirurgen schatten dat het mortaliteitsrisico 10.1 procent zou zijn voor deze leeftijdsgroep. Echter, van de patiënten bij wie de aortaklep chirurgisch werd vervangen was de mortaliteit 6.1 procent en van de patiënten bij wie een katheter werd gebruikt was die 3.9 procent. Eén jaar na de ingreep was nog 81.3 procent van de patiënten in leven. Bij 22 van de 59 patiënten traden complicaties, waaronder acuut nierfalen en een beroerte, op.
De auteurs concluderen dat vervanging van de aortaklep bij negentigers met ernstige aortaklepstenose kan worden uitgevoerd met een relatief laag risico. Ze waarschuwen wel voor het gebruik van een katheter omdat hierbij het risico op vaatschade verhoogd is. De onderzoekers hopen dat hun resultaten ertoe leiden dat artsen begrijpen dat negentigers met ernstige aortaklepstenose vervanging van die klep niet ontzegd hoeft te worden.
Bron: The Annals of Thoracic Surgery.
Medzine schrijft twee keer per week over spraakmakende wetenschap.
