Het officiële MedZine Blog

Achtergrond bij het medisch nieuws

Voorkeur patiënt gebruiken ter optimalisatie van diabetesbehandeling

Voorkeur patiënt gebruiken ter optimalisatie van diabetesbehandeling

In een recente studie is gekeken naar de voorkeur van patiënten voor een geneesmiddel ter behandeling van diabetes type 2. Het bleek dat behandeling van patiënten met diens voorkeursmiddel, in vergelijking met het algemeen meest geprefereerde geneesmiddel, er toe zou leiden dat meer patiënten het voor hen laagste HbA1c bereiken en de minste bijwerkingen hadden. Het onderzoek is recent gepubliceerd in Nature

De voorkeur van de patiënt is zeer belangrijk voor de medicatiekeuze bij chronische medische aandoeningen, zoals diabetes type 2, waarbij veel verschillende medicijnen beschikbaar zijn. De patiënt maakt hierbij een afweging tussen potentiële werkzaamheid en potentiële bijwerkingen, aspecten welke sterk kunnen verschillen tussen individuen. In de huidige studie is er voor gekozen om de patiënt dit te laten ervaren door middel van het geven van verschillende medicijnen, zoals gebeurt in een cross-over-studie. Er is gekeken naar een mogelijke associatie hiervan met glykemische controle en bijwerkingen.

Onderzoek

Het betreft hier een gerandomiseerde dubbelblinde, cross-over-studie (het TriMaster onderzoek). Patiënten kregen drie verschillende tweedelijns of derdelijns eenmaal daagse glucoseverlagende geneesmiddelen voor type 2-diabetes (pioglitazon 30 mg, sitagliptine 100 mg en canagliflozin 100 mg). Als onderdeel van een vooraf omschreven secundair eindpunt werd de voorkeur van patiënten voor geneesmiddelen onderzocht, nadat ze alle drie de geneesmiddelen hadden geprobeerd.

Resultaten

In totaal werden 448 deelnemers behandeld met alle drie de geneesmiddelen, die over het geheel genomen een vergelijkbare glykemische controle vertoonden (HbA1c bij pioglitazon 59,5, sitagliptine 59,9, canagliflozin 60,5 mmol mol-1; p=0,19). In totaal gaven 115 patiënten (25%) de voorkeur aan pioglitazon, 158 patiënten (35%) aan sitagliptine en 175 patiënten (38%) aan canagliflozin. Het geneesmiddel wat de individuele patiënten prefereerden, werd geassocieerd met een lager HbA1c en minder bijwerkingen (versus niet-preferent middel). Het toewijzen van individueel geprefereerde geneesmiddelen, in plaats van alle patiënten het algemeen meest geprefereerde geneesmiddel (canagliflozin) toe te wijzen, zou ertoe leiden dat meer patiënten het voor hen laagste HbA1c bereiken (70% versus 30%) en de minste bijwerkingen hadden (67% versus 50%).

Conclusie

In deze studie hebben patiënten potentiële geschikte geneesmiddelen uitgeprobeerd, voordat ze een langdurige therapie kiezen. Wanneer precisiebenaderingen geen duidelijk optimale therapie voor een individu voorspellen, zou de voorkeur van de patiënt een praktisch alternatief kunnen zijn voor het optimaliseren van de therapie van diabetes type 2.


Geschreven door:
Aurora van de Loo

Referentie:
1. Shields BM, et al. Nat Med. 2022; https://doi.org/10.1038/s41591-022-02121-6

Lees hier meer testimonials van HCP-ers en adverteerders

Volg ons