Aios van de Maand: “Je moet zelf iets van de tropenopleiding maken”
In mei 2015 is Kristine van Doesum de Aios van de Maand. Als tropenarts in opleiding (taio) heeft zij veel vrijheid in het zelf samenstellen van haar opleidingstraject. Van Doesum vindt het een uitdaging om met beperkte middelen te zorgen voor een adequate behandeling: “Je bent in de tropen heel erg afhankelijk van de klinische blik.”
Patiëntencontact
Dat ze tropenarts wilde worden, wist Van Doesum aan het
begin van haar studie nog niet. Ze begon met biomedische wetenschappen aan het
Nijmeegse Radboudumc, maar kwam er tijdens haar bachelorstage achter dat er
iets miste. “Ik vond het werken met mijn proefpersonen veel leuker dan het
opzetten van een onderzoek, het zoeken van literatuur of het schrijven van een
artikel. Toen ben ik overgestapt op geneeskunde”, vertelt Van Doesum. Dankzij die
keus werd ze tijdens een ontwikkelingscoschap in Tanzania “verliefd op Afrika”.
Ze werkte en leefde er een tijd tussen de bevolking en zag dat er veel werk kon
worden gedaan in de lokale ziekenhuizen, waarop ze besloot om de
tropenopleiding te gaan doen.
Vaardigheden
Dat traject stellen toekomstig tropenartsen voor een groot
deel zelf samen. Van Doesum: “Ik had het idee dat ik in Afrika pas iets zou
kunnen toevoegen na het leren van gynaecologische en chirurgische handelingen
en het vergroten van mijn kennis over tropische ziekten.” Die chirurgische
handelingen leerde ze bij het Medisch Spectrum Twente in Enschede, waar ze veel
mogelijkheden kreeg van de chirurgen en arts-assistenten om haar vaardigheden
uit te breiden. Voor het bijspijkeren van haar gynaecologische kennis vertrekt
ze binnenkort voor een jaar naar Curaçao en voor de specifieke kennis van niet-westerse ziekten volgde ze de cursus
tropengeneeskunde bij het Koninklijk Instituut voor de Tropen.
Uitvergroot
Patiënten in de tropen presenteren zich volgens Van Doesum
vaak met dezelfde ziektebeelden als in Nederland. Daarnaast bestaan er klachten
die specifiek zijn voor de tropengeneeskunde zoals malaria of TBC, maar ook malnutritie. Wat haar opvalt: “De ziektebeelden zijn vaak uitvergroot. Als een patiënt eenmaal langskomt is hij
meestal lang onderweg geweest en is het vaak meteen duidelijk wat de klacht is:
hij heeft bijvoorbeeld een groot struma of een liesbreuk die tot de knieën
komt.” Van Doesum vindt het een uitdaging om juist met beperkte middelen te
zorgen voor een goede uitkomst, ook wanneer de klachten niet duidelijk zijn. “Je
kunt in de tropen niet zomaar een punctie doen en deze onder de microscoop
leggen. Je bent heel erg afhankelijk van de klinische blik.”
Richtlijnen
Voor het trainen daarvan ben je wel zelf verantwoordelijk,
omdat je wordt opgeleid in een westers ziekenhuis als westerse arts. Het zelf
bepalen van de inhoud van de tropenopleiding geldt volgens Van Doesum voor het
hele traject. In het Medisch Spectrum Twente heeft ze bijvoorbeeld leren
echoën, een mogelijkheid die ze zelf aandroeg. “Je moet zelf iets van je
opleiding maken door vooraf te bedenken wat je graag zou willen leren, en dat
met je opleider te communiceren”, legt ze uit. Hoewel ze deze vrijheid
waardeert, vindt ze de richtlijnen voor de tropenopleiding erg globaal. “Daardoor
wisselt de kwaliteit van de opleiding per ziekenhuis.” Inmiddels worden de
richtlijnen gelijkgetrokken, maar dat levert nadelen op voor de opleiders: die
krijgen meer papierwerk omdat ze iedereen individueel moeten beoordelen. “De
ziekenhuizen krijgen al geen geld voor je en dan moeten opleiders ook nog extra
werk voor je gaan doen”, zegt Van Doesum. “Dat wringt, waardoor sommige
ziekenhuizen afzien van een tropenopleiding.”
Bekostiging
Hoewel de opleiding tot tropenarts sinds januari 2014 is
erkend, wordt deze niet bekostigd door de overheid. Tropenartsen vertrekken
immers doorgaans naar het buitenland voor hun werk. Van Doesum moet de opleiding
daardoor voor een groot deel zelf betalen, met name het cursusdeel. In de
klinische fase gaan de aiossen vaak voor, ook op financieel gebied. “Tijdens de
chirurgie- en gynaecologiestages die deel uitmaken van de opleiding worden wij vaak
gezien als anios, waardoor sommigen van ons beperkt kans krijgen vaardigheden aan
te leren.” Volgens haar is dat onterecht, want de meeste tropenartsen keren na
enkele jaren in het buitenland terug naar Nederland met een koffer vol
ervaring. “Ze nemen veel kennis mee waardoor ze een opleiding tot huisarts,
chirurg of gynaecoloog stukken sneller kunnen afronden. Dat heeft invloed op de
Nederlandse arbeidsmarkt”, beargumenteert de tropenarts in spe. “Ik hoop dat
hier in de toekomst verandering in komt.”
MedZine kiest maandelijks de Aios van de Maand. MedZine zet de aios in het zonnetje en vraagt hoe ze alle ballen in de lucht weten te houden.