Kans op depressie bij jongeren verhoogd als moeder depressief was in de perinatale periode
Kinderen van moeders die depressief waren tijdens en na de zwangerschap hebben meer kans om zelf ook depressieve symptomen te ontwikkelen. Ook depressie bij de vader heeft invloed. Dit zijn de conclusies van een onderzoek geleid door de Universiteit van Bristol (Verenigd Koninkrijk) welke recentelijk is gepubliceerd in het British Journal of Psychiatry.
Het is onbekend wat de relatie is tussen depressie bij kinderen over tijd en de verschillende tijdstippen van ouderlijke depressie tijdens de perinatale periode. Daarom is in dit onderzoek gekeken naar ante- of postnatale depressie bij moeder en vader in relatie met veranderingen in depressieve stemming van het nageslacht over een periode van 14 jaar.
Onderzoek
Er is voor deze retrospectieve cohortstudie gebruik gemaakt
van enquêtegegevens uit een
grote database van vrouwen waarvan de geboorte gepland was tussen 1 april 1991
tot 31 december 1992 (Avon Longitudinal Study of Parents and Children, ALSPAC).
Depressie van de ouders werd gemeten met de Edinburgh Postnatal Depression
Scale (EPDS, score >12 staat voor depressie) op achttien weken
zwangerschap (antenatale depressie, ANTD) en acht weken na de bevalling (postnatale
depressie, PNTD).
Depressieve symptomen over tijd werd bij de nakomeling gemeten aan de hand van de
short mood and feelings questionnaire (SFMQ, range 0-26 punten) op negen
verschillende momenten tussen de leeftijd van tien en vierentwintig jaar.
Resultaten
De gegevens van 5029 vrouwen en de nakomelingen van deze
vrouwen zijn gebruikt.
Nakomelingen die op beide tijdstippen waren blootgesteld aan maternale
depressie hadden hogere depressieve symptomen gedurende de adolescentie
vergeleken met nakomelingen die niet blootgesteld waren aan maternale ANTD of
PNTD. Dit werd gekenmerkt door hogere depressieve symptomen op zestien jaar:
7,07 SMFQ punten (95% CI= 6,19, 7,95; p<0,001) en een grotere mate van
lineaire verandering: 0,698 SMFQ punten (95% CI= 0,47, 0,93; p= 0,002). Deze
jongeren scoorden op 24-jarige leeftijd bijna 2,89 punten hoger dan
nakomelingen van moeders zonder depressie. Onderzoekers stelden ook vast dat
nakomelingen van moeders met een PNTD in de loop van de tijd meer depressieve
symptomen vertoonden, terwijl nakomelingen van moeders met een ANTD over het
algemeen gedurende de hele periode een hogere depressiescore hadden. Een
vergelijkbaar patroon werd waargenomen voor vaderlijke ANTD/PNTD, hoewel de
effectgroottes kleiner waren.
Conclusie
Depressie in de perinatale periode bij de ouders heeft
invloed op depressie in de kindertijd en adolescentie bij nakomelingen. Kinderen
van ouders met zowel ante- als postnatale depressie lopen het grootste risico
op het ontwikkelen van depressieve symptomen tijdens het opgroeien. Dit risico
lijkt aan te houden tot en met de vroege volwassenheid. Maar ook het optreden
van depressie op maar één van de onderzochte tijdstippen of bij maar één van de
ouders heeft invloed op de toekomstige geestelijke gesteldheid van het kind.
De resultaten wijzen op het belang van prenatale en postnatale screening op
maternale depressie. Indien er sprake is van depressie dan is ondersteuning en
interventie van belang. Het effect van vaderlijke depressie was kleiner, maar ook
aanwezig. Depressie bij de vader wordt echter minder routinematig onderzocht en
bekeken moet worden hoe vaders kunnen worden ondersteund.
Verder onderzoek bij andere bevolkingsgroepen (het onderzoekscohort was
overwegend blank en behorende bij de middenklasse) en in andere contexten
(zoals opvoedingsstijlen, relaties met leeftijdgenoten en andere factoren in
verschillende culturen) is gewenst.
Aurora van de Loo
Referenties:
1. Persbericht Eurekalert van 23 september 2021. Increased risk of depression for young people if their mothers experienced depression during or after pregnancy. Verkregen via https://www.eurekalert.org/news-releases/929105, [op 24-09-2021]
2. Rajyaguru P, Kwong ASF, Braithwaite E, Pearson RM. Maternal and paternal depression and child mental health trajectories: evidence from the Avon Longitudinal Study of Parents and Children. BJPsych Open 2021; https://doi.org/10.1192/bjo.2021.959