Nationaal debat: “Huisarts moet niet concurreren”
Huisartsen, zorgverzekeraars, politici - allen waren ze woensdagavond 10 juni te vinden in de Rode Hoed in Amsterdam voor het ‘Nationaal debat over de toekomst van de huisartsenzorg’. Aanleiding was het ‘Manifest van de Bezorgde Huisarts’ en het verschijnen van het boekje ‘Help! De dokter…’ van het actiecomité ‘Het Roer Moet Om’. De steun van meer dan zevenduizend huisartsen en achttienduizend sympathisanten zorgde voor de organisatie van een groot debat dat live werd gestreamd.
Inventariseren tot 1 oktober
Een van de genodigden was Edith Schippers, minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport. Ze erkende de klachten van de huisartsen over te veel
bureaucratie en beperkingen door de mededingingswet, maar vond ook dat er veel
misverstanden bestaan over wat er wel en niet mag. Volgens haar kunnen de
problemen niet worden opgelost door de wet simpelweg af te schaffen: “Het is
een illusie om te denken dat daar geen nieuwe regels voor in de plaats zouden
komen.” Ze wil daarom eerst inventariseren wat er inhoudelijk moet veranderen
en vervolgens of dit binnen de mededingingswet kan worden opgelost. “1 oktober
is er een nieuw meetmoment, dus dat is een goede stok achter de deur.”
Niet concurreren, maar samenwerken
“Ik zie het probleem niet”, zegt Ab Klink van zorgverzekeraar VGZ. “Samenwerken
mag zolang je geen prijsafspraken maakt. Binnen de huidige wet kan buitengewoon
veel.” “U bent ook geen huisarts”, countert Chris Oomen van DSW. “Het gaat om
de onafhankelijkheid. Ik zie in het huisartsenvak geen enkele vorm van markt. Je
boezemt huisartsen alleen angst in om samen te werken. Als een verzekeraar in
dit land zo groot mag zijn dat je er voldoende hebt aan drie, dan zie ik niet
in waarom twaalfduizend verschillende huisartsen met elkaar zouden moeten
concurreren.” Lea Bouwmeester van de PvdA is het met hem eens: “Je moet veel
meer zorgspecifieke regels hebben die samenwerking stimuleren.”
Minder bureaucratie
Over bureaucratie en administratie was iedereen het eens: dat moet minder. De
grootste ergernis bleek te bestaan over herhaalrecepten voor chronische
aandoeningen, waarvoor de huisarts iedere keer een nieuwe verklaring moet
afleggen. Zorgverzekeraar Menzis heeft dit probleem al gedeeltelijk aangepakt door
voor de ouderenzorg een bepaald bedrag beschikbaar te stellen dat de huisarts
naar eigen inzicht mag besteden. Ab Klink zegt: “We moeten wel weten dat er
iets gebeurt, alleen zitten we met criteria die kennelijk geen toegevoegde
waarde hebben. Dat kunnen we alleen leren van de mensen uit de dagelijkse
praktijk.” Men kan echter niet eenzijdig bepalen wat waardevolle informatie is,
waarschuwt Olivier Gerrits van Achmea: “Soms vraag je verantwoording omdat je
zelf verantwoording moet afleggen tegenover de toezichthouders. Je moet de
verschillende perspectieven bij elkaar brengen.”
Misbruik NHG-standaarden niet
Hoe dit er in de praktijk uit zou moeten zien, blijft in het midden. In ieder
geval moeten we afstappen van de blinde overname van NHG-standaarden voor het
stellen van eisen aan huisartsen, aldus Rob Dijkstra van het Nederlands
huisartsengenootschap: “De richtlijn wordt zo het doel in plaats van het middel
om de patiënt te helpen. Het invullen van lijstjes leidt af van waar het om
gaat: het gesprek met de patiënt aangaan. Deze individuele zorg is de beste
zorg die je een patiënt kunt geven.”